-3- toe werd toegepast achten wij het raadzaam op de tot nu toe gevolgde weg docr te gaan Wij menen in dit verband nog het jaarverslag van de P.N.E.M. over 1951 te mogen aanhalen; hierin wordt op de pagina's 14 en 15 in het kort over de electrificatie van onrendabele gebieden gesproken, waaruit blijkt, dat ook de P.N.E.M. het standpunt inneemt dat indien de aansluitingen kosten zouden ver oorzaken,die uit economisch standpunt beschouwd, onverantwoord moeten worden genoemd, aansluiting achterwege dient te blijven. Hoever de P.N.E.M. in deze wil gaan wordt in het verslag niet gezegd, doch de opgenomen cijfers geven wel enige aanwijzing waaruit valt te concluderen, dat onze regeling, in vergelijking tot die van de P.N.E.M. zeer gunstig is. Het jaarverslag vermeldt n.l. dat voor 1989 percelen welke aanvankelijk op primitieve noodnetten waren aangesloten en waarvoor thans een volwaardig net is of wordt aangelegd, en voor 3797 aanvankelijk niet aangesloten percelen, ge legen in de onrendabele gebieden der provincie, de P.N.E.M. gemiddeld ca. ƒ.315»- respectievelijk 700.- per aansluiting bijdroeg. Met deze bedragen is het hier- voren genoemde van 1800.- van onze gemeente te vergelijken. Het aangehaalde verslag ligt op de leeskamer ter inzage. Op grond van bovenstaande adviseren wij U de bestaande regelingen te hand haven Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1297