GEMtfcNlE BKfcOA 10. 18 der a Bijlagen 1952 no. 416 9 October 1952 V/17084 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot net beschikbaar stellen ran oen crediet voor de bouw van een nieuwe Bernhardbrug. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. j <h «i Van de bruggen in de gemeente Breda, welke tengevolge van oorlogshande lingen zijn vernield is tot op heden alleen de Bernhardbrug nog niet definitief hersteld. Ten gerieve van de bewoners in de naaste omgeving is ter plaatse in 1946 een tijdelijke oeververbinding tot stand gebracht door de oude gasbrug te leg gen op de plaats van de beide vernielde overspanningen. In 1950 is voorts het houten brugdek, dat toentertijd in zeer slechte 'staat verkeerde, vervangen door een gewapend betondek. Het uiterlijk van de huidige oeververbinding is weinig fraai en de levens duur der constructie is uiteraard zeer beperkt. In verband hiermede zal over moeten worden gegaan tot het volledig her stellen van de onderhavige brug en het opruimen van de restanten van de in het water liggende delen van de vernielde brug, welke de waterafvoer van de Aa of Weerijs belemmeren. Omtrent de architectuur van de te herstellen brug is advies gevraagd aan Ir A.M. de Rouville de Meux, Ir de Rouville de Meux geeft, afgezien van de kosten, in het onderhavige geval aan een brug met één overspanning, de voorkeur beven een brug met drie overspanningen oorspronkelijke toestand). Het blijkt, dat herstel in de oude toestand verhoudingsgewijs niet veel prijsverschil oplevert met herbouw naar het in overleg met Ir de Rouville de Meux ontworpen plan. Dit laatste zal naar schatting ongeveer 5000.- meer kosten, dcc;i is in aesthetisch opzicht het me'est te prefereren. hen gespecificeerde begroting van kesten ligt ter visie in de leeskamer alsmede de tekening no 130/18, waarop het ontwerp tot herbouw van de Bernhard brug is aangegeven. Aangezien het herstel van oorlogsschade betreft zal op een rijksbijdrage in de herbouwkosten mogen worden gerekend tot ten hoogste het bedrag van de kos ten voor het in de oude toestand herstellen van de onderhavige brug. Zoals Uw College uit de tekening moge blijken zijn tussen de beide be sta- nde landheofden, die niet worden gesloopt overigens werdt van de ver nielde brug alles gesloopt wat zich boven het peil van 2.75-N.A.P. bevindt), twee pijlers ontworpen op zodanige onderlinge afstand, dat e-en doorstromingsope ning van 12,00 m' wordt gevcpnd in de as van de rivier de Aa of Weerijs. Op de pijlers, welke op gewapend betonpalen worden gefundeerd, rust de brugplaat welke aan weerszijden van de pijlers reikt tot boven de voorwand van de be- staande landhoofden. De brugplaat rust echter niet op de landhoofden. K.No.2. - Do

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1369