Resumerende menen wij, dat indien aan de bestaande voorschriften de hand wordt ge houden en de enkele aangegeven voorzieningen worden getroffen, er geen sprake kan zijn vaneen onhoudbare toestand tijdens de marktdagen op de Grote Markt. Verplaatsing van de weekmarkt komt afgezien daarvan in het algemeen belang toch niet wenselijk voor. Immers men verplaatst niet straffeloos een instituut als een Markt, dat verkeer en sfeer in een stad brengt. Een centrum van een stad behoort leven en vertier te hebben. Het is niet moeilijk zo'n centrum dood te maken, doch het is wel moeilijk het straks weer nieuw leven in te blazen als blijkt, dat men verkeerd getast heeft, ^en centrum past zich aa.n en verandert met het leven, dat op straat wordt geboden. Het zal wel niet te ontkennen zijn, dat sommige zaken op de Markt zelf op de marktochtenden minder ver kopen, doch daar staan de grote voordelen voor het stadsvertier en de grotere omzet van andere zakon tegenover, gezwegen van het feit, dat het zeer goed mogelijk is, dat de z.g. "gedupeerde" zaken op de andere dagen en uren meer omzet hebben juist tenge volge van het feit, dat op de marktdagen zelf de aandacht van het publiek op hun zaak is gevestigd. Wij hebbendaarom de eer U te adviseren op het verzoek van de heer M.J. Kolk c.s. afwijzend te beschikken en tot handhaving van de wekelijkse markt op de Grote Markt te besluiten. Burgemeester en Wethouders van Breda C. Kortmann burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1387