51.001 De bezwaren van de heer Sweep richten zich niet so zeer tegen het plan zelf, als wel te, en de consequenties,welke voor he-m daaruit zouden voortvloeien,n.l. opheffing van zijn bedrijf.Het is ondoenlijk de bij de heer Sweep ingebruik zijn de grond buiten het plan te houden,aangezien dit het plan geh>:cl zou deformeren. Overigens is van onteigening van de betrokken grond,waarvan hij gewag maakt,nog geen sprake.Indien tc zijner tijd tot onteigening zou worden besloten,krijgt hij nog gelegenheid zijn bezwaren daartegen te deen horen.Bovendien zal bij eventue le aankoop of onteigening de schade,welke adressant mocht lijden, in de toe te kennen vergoeding volledig tot gelding -kunnen worden gebracht Wij mogen Uwe vergadering daarom adviseren de bezwa „rschriften van beide adressanten als ongegrond aan te merken en voor kennisgeving aan te nemen. Wij stellen Uwe vergadering dan ook voor cm onder intrekking van het thans geldende plan te besluiten tot vaststelling van het partieel plan van uitbrei ding (plan in hoofdzaken) "Boeimeer 1951" volgens de kaart nr.VII-en toelichting,welke wij in de leeskamer voor U ter visie leggen.Ben concept-be sluit,een overzichtskaart,alsmede een kaart,waarop het in tc trekken gedeelte van het oude plan "Boeimeer" staat aangegeven,leggen wij mede ter inzage. De bouwcommissie heeft zich in principe met dit plan verenigd. Burgemeester en Wethouders van Breda, Claudius Prinsen burgemees ter. Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 13