gaven 1951 1952 1953 Teneinde een indruk te verkrijgen in de kostenstijging inclusief rente en af schrijvingen geven wij U hieronder een overzicht van de voornaamste groepen van uit gaven, welke de algemene dienst betreffen. Gesteld kan naar onze mening worden, dat het verzorgingsniveau in deze jaren geen belangrijke stijging heeft ondergaan. In de eerste kolom zijn opgenomen de bedragen voor 1951? welke begin 1950 werden geraamd, toen van een nieuwe algemene loon- en prijsstijging nog geen sprake was, met daar naast de werkelijke uitgaven over 1951? zoals deze voorlopig in de gemeenterekening zijn opgenomen? .lsmede de ramingen voor 1952 en 1953. Raming 1951 Werk.uit- Raming Algemeen bekeer 680875-■ 797.882,- 775.252,- j 81';'. 015, - Openb.veiligheid 1.127.178,- 1.234.259,- tl 1.290.852," it 1.496.103,- Volksgezondheid 201.399?- 274.040,- II 241.041,- 11 277.568,- Volkshuisvesting 1.110.955?" 1.315.454,- II 1.216.581,- 11 1.383.731,- Openbare Werken 1.248.864,- 1.497.136,- II 1. .415.829,- 11 1.540.270,- Lager Onderwijs 11 713.724?- 789.718,- II 044a- 9 ^1 11 977.548,- Buitengewoon en voor bereidend 1.0. 135.995?" 11 165.691,- II 149.678,- 11 188.631,- Middelb.en hoger 0. 177.837,- 186.556,- II 194.259," 11 195.241,- Nijverheidsond. 488.371,- 540.949,- II 580.179,- 11 698,620,- Culturele en sport- aangc1egenheden 162.770,- 180.884,- II 207.948,- 11 234.5Ó0,-- Sociale Zorg 1.543.748.- .479.039,- II 2.314.238,- tt 2.401.855,- ƒ.7.591.716,- 9461608- J .9.230.788,- JD. 213.1 Wij zien hier dus t.o.v. 1952 een kostenstijging van ongeveer 1.0C0.000,- terwijl de belangrijkste inkomstenbronnen, zoals hierboven eerder is vermeld, slechts met ongeveer j .200.000,- zijn gestegen. Een nadere beschouwing van de winsten (en verliezen) der bedrijven toont aan dat niettegenstaande de verhoging van de tarieven vooi enkele bedrijven de totaal geraamde winsten lager zijn dan in 1952- Dit geldt in ie eerste plaats voor het electriciteitsbedrijfDo tarieven voor electriciteit werden met ingang van de verbrui ;speriode K i 1952 aanmerkelijk verhoogd, teneinde de verhoging van de stroominkoop - als gevolg ven de stijging van de kolen- prijs - en de verplichte afschrijving naar vervangingswaarde te kunnen opvangen. Uit de thans ingediende bedrijfsbegroting blijkt, dat de geraamde winst over 1953? ad 132.019?- aanmerkelijk lager is dan die over 1952, welke oorspronkelijk ge raamd is op j. 277.606,-. Ofschoon de geraamde winst voor het gasbedrijf ruim j 30.000,- hoger is ge raamd dan die over het lopende dienstjaar, wordt v rwacht dat de ger ;amde winst niet gehaald zal worden in verband met de door de Staatsmijnen voorg nomen verhoging van de inkoopsprijs voor het gas. Zodra ons hieromtrent definitieve gegevens bekend zijn, zullen wij U volledig kunnen inlichten, waarbij dan zonodig een herziening van d: ramingen aan do orde kan worden gest ld. Het slachthuisbedrijf had over 1991 oen verlies van bijna 35.000,-. Teneinde tot een sluitende exploitatie van dit bedrijf te komen, werden de tarieven met ingang van 1 Januari 1$% verhoogd, waardoor het mogelijk was zowel voor 1952 als 1953 oen kleine winst te ramen van respectievelijk 3850,-, en 850,-. Ten aanzien v n het waterleidingbedrijf kan worden opgemerkt, dat dit bedrijf voor liet eerst een verlies oplevert van naar raming 10.524,-. Dit wordt voorna melijk veroorzaakt door de grote kapitaalsinvesteringen sedert 1947, welke nodig waren om de capaciteit zodanig uit te breiden dat het mógelijk zou zijn de watervoorziening voor de ehele gemeente te waarborgen.Alvorens tot een eventuele tariefsverhoging over te gaan,willen wij de toekomstige ontwikkeling van de watervoorziening afwachten. -Gezien-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1525