In de kosten der politie wordt een rijksbijdrage ontvangen (volgno. 47); welke 64.000,- hoger kon worden geraamd als gevolg van de personeelsuitbreiding en de verhoging der normen. Tenslotte wordt nog gewezen op de hogere raming van de brandweer met 9*000,- (volgno. 142) en van de sociale lasten en kapitaalslasten net 8.000,- (volgno. 168). Het nadelig saldo is ruim 65.000,- hoger dan in 1952. Hoofdstuk IV. De uitgaven zijn ruim j'. 36.000,- hoger geraamd dan in de vorige begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere raming van: 4.300,- 3.500,- 5.000,- 1.800,- 7.000,- 10.500,- 196. kosten van zweminrichting "Het Ei" 200. uitgaven voor het badhuis 206A.bijdrage in schooltandverzorging 214. subsidie uitzending zwakke kinderen 224. uitkering rechten warenwet 230. nadelig saldo waterleidingbedrijf Tegenover de hogere uitgaven op volgnummer 224 staat een even hoge inkomstpost (volgno. 97) wegens heffing van rechten ingevolge de warenwet. De inkomsten zijn voorts 13.878,- lager geraamd wegens het vervallen van het batig saldo van het waterleidingbedrijf (volgno.lil) en de lagere raming met 3.000,- van het batig saldo van het slachthuisbedrijf (volgno. 113). Het nadelig saldo is ruim 40.000,- hoger dan in 1952. Hoofdstuk V. Hoewel de uitgaven ruim 167.000,- hoger zijn geraamd, is het nadelig saldo ruim 35.000,- lager, omdat do inkomsten met 202.000,- zijn toegenomen. De stijging der inkomsten is naast de hogere raming der bouwleges met 18.000,- (volgno. 135) eon gevolg van de hogere rente en aflossing der reeds verstrekte en nog te verstrekken woningbouwvoorschotten (volgno. 125) met 115.000,-, welke in uitgaaf zijn geraamd op volgnummer 234. Bij de raming 1952 (volgno. 125) werd geen rekening gehouden met rente van nog te verstrekken voorschotten. Tegenover de hogere raming op de volgnummers 147 en 149 ad 71.000,- staat een gelijke stijging der uitgaaf op volgnummer 272 wegens uitkering aan het woning bedrijf. Van de overige uitgaven zijn de navolgende hoger geraamd: 238. kosten van de bouwpolitie 4.400,- 240. bijdrage aan de dienst van 0.W, 3.000,- 242. stortingen reserve woningbesluit 11 11.000,- 264. kosten woningnoodbureau 1.800,- Hoofdstuk VI. De inkomsten zijn ruin 40.000,- hoger geraamd} de voornaamste verhogingen betreffen: 155. heffing precariorechten (wegens uitbreiding geleidingen in open bare grond 37000- 157.brug- en havengelden 2.000,- I69. straatbelasting 3.000,- terwijl de opbrengst der baathplaoting (volgno.173) ƒ.1500,- lager is geraamd. -De-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1529