-_LU~ De geraamde gemiddelde rente voor kasgeld komt ongeveer overeen met de rente, welke de diensten en bedrijven verschuldigd zijn voor de in rekening-courant opgenomen gelden. Het hoofdstuk sluit hierdoor met een nadelig slot van 4.375>- omdat de overige ramingen in inkomst en uitgaaf gelijk zijn. Hoofdstuk XIII. 1. De raming op volgno. 828 voor rente en afschrijving op kapitaalsuitgaven, waarvoor in de loop van het dienstjaar credieten worden verleend is 50.000,-, hoger geraamd dan de oorspronkelijke raming van vorig jaar. Tijdens de vorige dienstjaren bleek de oorspronkelijke raming steeds te laag, zodat in de loop van het dienstjaar verhoging noodzakelijk was, ondanks beperking van investeringen tot de allernoodzakelijkste. Bij de huidige raming van 150.000,- wegens rente en afschrijving is te re kenen op een totale kapitaalsinvestering van ten hoogste 2 millioen voor de alge mene dienst. Indien men in aanmerking neemt, dat in 1953 alleen voor scholenbouw waarschijnlijk reeds een bedrag van 1 millioen nodig zal zijn, dan is het duidelijk dat de betreffende raming nog aan de lage kant is. De raming op volgnummer 842 wegens kapitaalslasten is ruim 28.000,- hoger als gevolg van nieuwe kapitaalsinvesteringen, voornamelijk verband houdende met do uitvoering der K.M.A.-contracten. Het nadelig slot is hierdoor 78.000,- hoger dan in 1952. Hoofdstuk XIII 2. De raming voor onvoorziene uitgaven is 23.609,- hoger dan de oorspronkelijke raming voor 1952, welke echter reeds bij de le begrotingswijziging van dat jaar werd verhoogd met 35.197,- omdat in vorige jaren is gebleken, dat de oorspronke lijke raming te laag was. Karitaalsdionst Voor nieuwe kapitaalswerken zijn geen bedragen uitgetrokken; deze worden van geval tot geval bij afzonderlijke besluiten op de begroting gebracht. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.ï'v rt: .nn burgemeester. V .n Woonsel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1537