Bij volgno. 17 der agenda
-2-
Het voorschrift daaromtrent houdt in, dat het volgens het geldend tarief verschul
digd schoolgeldbedrag wordt verminderd met een vierde deel indien twee of drie en
met de helft indien vier of meer kinderen uit het zelfde gezin bij de aanvang van
het tijdvak, waarover het schoolgeld is verschuldigd, leerling zijn van een school
voor lager onderwijs - lcweekschoclonderwijs daaronder begrepen - nijverheidsonder
wijs, middelbaar onderwijs - voorbereidend hoger of noger onderwijs in Neerland,
voor zoveel he't onderwijs buiten de avonduren wordt verstrekt.
Kinderen, die het kleuteronderwijs, of avondonderwijs, in welke vorm ook, volgen,
tellen dus niet mede voor de vaststelling van een eventuèle gezinsreductie.
De hiervoor bedoelde reductie mag voor het nijverheiasonderwijs eerst te begin
nen met het schooljaar 1951-1952 van toepassing worden verklaard.
Aan de voet van artikel 5 (nieuw) is een bepaling opgenomen waarin met deze
reductie wordt rekening gehouden.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen de in Uw
vergadering van 14 December 1951 vastgestelde verordening op de heffing van school
geld voor het onderwijs op de school voor scheepswerktuigkundigen opnieuw vast te
stellen, met inachtneming van de in artikel 5 aangebrachte wijzigingen.
Een exemplaar van de vastgestelde verordening benevens het in dit voorstel
bedoelde van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ontvangen schema
voor het N.O. liggen te Uwer oriëntering ter visie in de leeskamer.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woenscl secretaris,.