GEMEENTE BREDA Volgno. 28 der agenda
Bijlagen 1952
V/19446
no.>492
5 November 1952
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
hoging van het subsidie aan de Algemene Zang- en
Muziekschool
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Door het bestuur van de Algemene Zang- en Muziekschool, alhier, werd ons enige
tijd geledon verzocht medewerking te verlenen aan het treffen van een pensioen-regeling
voor een aantal aan die school verbonden leraren, waarbij het in de bedoeling lag dit
personeel onder de werking van de Pensioenwet 1922 te brengen, geldende voor het burger
lijk overheidspersoneel.
Na een diepgaand onderzoek is ons gebleken, dat geen regeling is te treffen, waar-
van in redelijkheid mag worden aangenomen, dat deze het personeel van de Algemene Zang
en Muziekschool wel onder de werking van de Pensioenwet 1922 zou brengen, doch niet van
de Ambtenarenwet 1929» Wij achten het niet gewenst om deze leraren tevens een volledig
ambtenaarschap in.de zin van de Ambtenarenwet 1929 te geven. Bovendien zou het invoe
ren van een dergelijke pensioenregeling niet kunnen medebrengen, dat de thans aan de
school verbonden leerkrachten pensioenrecht zouden kunnen verkrijgen over een tijdvak
gelegen voor de datum van een eventueel te treffen.regeling; een pensioenrecht met
terugwerkende kracht is uitgesloten. Voor enkele leraren, waarvoor- een pensioenregeling
op grond van hun leeftijd geacht kan worden het meest urgent te zijn, zou de Pensioen
wet 1922 dus geen uitkomst meer kunnen brengen voor wat betreft het eigen pensioen.
Op grond van deze overwegingen zijn wij noodgedwongen moeten terugkomen op het
oorspronkelijke plan van het bestuur om een pensioenverzekering te sluiten bij een par
ticuliere levensverzekering-maatschappij. Voor de berekening van dc pensioenbedragen
kan dan een andere basis worden gekozen, waarbij een redelijke verhouding wordt ver
kregen tussen het oudedags- en het weduwen- en wezenpensioen, zodat de oudere leer
krachten - waarvoor de regeling urgent is - een suppletie ontvangen op het oudedags-
pensioen en een redelijk weduwen- en wezenpensioen is verzekerd. Naast de gewone jaar
lijkse storting zal dan een extra storting voor back-service verschuldigd zijn, welke
echter in de loop dor jaren geleidelijk zal verminderen.
Wij achten een dergelijke pensioenregeling voor de leraren, die een volledige
dagtaak aan de school hebben, noodzakelijk. Deze regeling zal zich hierdoor beperken
tot 5 leraren met respectievelijk 29, 25 en 8 dienstjaren. Het komt ons namelijk ~oor,
dat voor degenen, die geen volledige dagtaak aan de school hebben, in redelijkheid niet
kan worden geëist, dat het bestuur grotendeels de pensioenslasten draagt.
-Volgens-