Bij volgno.29 der agenda -2- Mitsdien blijft deze beperkt tot het dakherstel, ook dus voor wat het verzoek om een subsidie uit de gemeentekas betreft. Blijkens de begroting van bedoeld herstel zou daarmede een bedrag van ƒ.11.050,- gemoeid zijn, hetwelk door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen nog is verhoogd tot 12.000,-, waarin dan het aanbrengen van een bliksembeveiligings-in- stallatie is begrepen. De werkelijke kosten beliepen volgens de geldelijke verantwoor ding echter totaal 13.200,64, hetgeen voor de Kerkeraad aanleiding was om aan meer genoemd Ministerie te verzoeken het voor rijkssubsidie in aanmerking komende bedrag als nog te verhogen. Gezien de geringe mate van overschrijding van het begrote bedrag zal dit verzoek wel worden ingewilligd. Zoals U bekendbedraagt het gemeentelijk subsidie in de kosten van de restauratie der Grote Kerk 40 fo van de rijksbijdrage, hetgeen neerkomt op 20 van de restauratie kosten. Het Rijk geeft namelijk als regel een bijdrage van 50 vcor deze doeleinden. Het wil ons voorkomen, dat in casu dezelfde gedragslijn dient te worden aangehou den, zodat het subsidie ook zou kunnen worden bepaald op 40 der rijksbijdrage, indien dczealthans niet meer dan 50 fo der kosten bedraagt. De limiet voor de gemeente blijft dan ook 20 fo der kosten, zijnde maximum 2640,17. Rekening houdende met een provinciaal subsidie van 32 fo der rijksbijdrage, d.i. 16 fo der kosten, beloopt het totaal der bijdragen 50 20 16 86 fo van het ver-werkte bedrag. De rest moet de Kerkeraad zien te verkrijgen van particuliere zijde. Wij menen dat het niet raadzaam zou zijn, zonder meer 20 fo der kosten of met name genoemd bedrag van 2640,17 toe te staan, omdat het verband met het rijkssubsidie,ook indien dit lager sou zijn dan 50 fo niet losgelaten dient te worden. De in dit voorstel aangehaalde stukken zijn alle in de Leeskamer voor U ter visie gelegd. Wij mogen verder nog opmerken, dat de aard van dit eenmalig subsidie zodanig is, dat behandeling van het verzoek in de Subsidiecommissie ons niet nodig voorkwam. Resumerende hebben wij de eer Uwe Raad voor te stellen aan de Kerkeraad der Waalse Gemeente te Breda in de kosten van de restauratie van het dak van de Kerk aan de Catharinastraat van maximaal 13.200,64 een subsidie te verlenen van 40 fo der rijksbijdrage, tot een maximum van 20 der kosten, en te zijner tijd op de begroting 1953 Wet daarvoor nodige crediet uit te trekken. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1609