Bijlagen 1952
No,52
9 januari 1952
Vl/388
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toekenning
aan een gedeelte van het gemeente-personeel van een
gratificatie van 2% van de wedde of het loon als
vaoantie-toeslag voor het jaar 1951
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Naar aanleiding van ons voorstel van 6 Juni 1951,Vl/9374 (bijlagen no.224)
machtigde U ons bij raadsbesluit van 13 Juni d.a.v. n het daarvoor in aanmer
king komende personeel in dienst dezer gemeente bij voorschot eon vaoantie-toe
slag over 1951 te verstrekken op de voet van de voor het rijkspersoneel terzake
te treffen regeling
Zoals wij Uw Raad toen mededeelden, was in de Ministerraad besloten te be
vorderen, datte rekenen vanaf 1 Januari 1951, voortaan over ieder kalender—
j Xc.r voor e«n de van het rijkspersoneel a .nspraalc zal worden gegeven op een
vacantie-toeslag van 2% van de bruto—jaarwedde of het bruto—jaarloon met eon
maximum van ƒ.50.- por jaar, voor zover de wedde of het loon niet uitgaat boven
de maximum wedde verbonden aan de rijksrang van commies. Die regeling zou in de
rijksrechtspositie-reglementen worden opgenomen
Blijkens een door ons ontvangen ministeriële circulaire d.d. 23 November
j.l. kan die maatregel uit hooide van pensioentechnische bezwaren echter, aan
vangende over 1951, niet meer worden tegemoet gezien
In verband hiermede is alsnog tot stand gekomen het Koninklijk Besluit van
20 h overat. ;r 19pl, houaonde toekenning van .n gratificatie aan burgerlijk rijks—
personeel over 1351 Gratifioatiebesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1951).
Ter definitieve regeling van deze aangelegenheid over 1951 hebben wij de
eor U in overweging te gaven genoemd gratificatie-besluit van overeenkomstige
toepassing te verklaren ten behoeve van het gemeente-personeel, voor hetwelk
een krachtens artikel 170 der Gemeentewet vastgestelde regeling der bezoldiging
geldt, met dien verstande, dat in de plaats van hot bedrag ƒ.4380.- per jaar
worat gesteld hst bedrag ƒ.4400.— per jaar
Eenzelfde besluit nam Uwe Raad op 17 Mei 1950 inzake vacantie-toeslag voor
het jaar 1950
^oorraeld gratificatiebesluit 1951 alsmede een ontwerp-raadsbesluit liggon
in de leeskamer ter inzage
Hierbij merken wij nog op, dat wij omtrent het aan Zijne Excellentie de
minister van Binnenlandse Zaken gericht schrijven d.d. 5 April 1951, inzake
vaoanti -toeslag, waarvan wij in de voorlaatste alinea van ons bovenaangehaald
voorstel van 6 Juni 1951 melding' deden, tot nu toe nog geen antwoord hebben ont
vangen.
Blijkens de Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn bij de
GEMEENTE BREDA