-3-
Wij hebben geen op bepaalde factoren gebaseerde verwachting over de toekomstige
ontwikkeling der industrie in deze gemeente. Teneinde echter de vestiging van nieuwe
industrieën in de toekomst te bevorderen ligt het in ons voornenen om over te gaan
tot uitbreiding van daarvoor geschikte gronden door de aanleg van ongeveer 50 H.A.
industrieterrein, waartoe de plannen reeds in voorbereiding zijn. Omtrent de bedoel
de uitlating van Prof. Heere is ons niets bekend; deze heeft positief tegengesproken,
dat door hen een dergelijke uitlating zou zijn gedaan.
Naar -onze mening zijn de inkomsten en uitgaven op deze begroting zo juist mogelijk
geraamd en daarom zouden wij gaarne vernemen bij welke bedrijven de inkomsten te laag
en de uitgaven te hoog zouden zijn geraamd, opdat zo nodig tot herziening der ramingen
en tot verlaging van het begrotingstekort kan worden overgegaan. Het inzicht in de be
groting wordt voorts niet verbeterd, indien in de toelichting melding zou worden gemaakt
van de aanvullende credieten van het lopende dienstjaar - van het voorbije jaar zijn de
werkelijke cijfers opgenomen - omdat deze slechts vermeld zouden kunnen worden tot on
geveer Juni, Voor bepaalde posten kunnen wij echter wel recente gegevens verstrekken.
De uitkeringen uit het gemeentefonds over 1953 zijn inderdaad slechts 2 ton hoger
geraamd dan over 1952, hetgeen een gevolg is van de toeneming van het aantal inwoners
en van de hoger geraamde inkomsten van het gemeentefonds, waardoor het percentage voor
de algemene uitkering is gestegen van 135 tot 145. Bij de uitkeringen wordt echter geen
rekening gehouden met de uitbreiding van de gemeentelijke bemoeiingen, want zowel de
algemene uitkering als de belasting-uitkering geschiedt naar vastgestelde normen per in
woner.
In het bouwplan Liniestraat zijn, evenals in de vroegere bouwplannen, woningen voor
bejaarden opgenomen.
De voorziening in het tekort aan ruinten voor congressen,vergaderingen en tentoon
stellingen heeft onze voortdurende aandacht.
Naar onze mening is er bij verschillende medezeggenschapscommissies wel vooruitgang
te constateren. Bij enkele andere moeten wij de toestand nog onbe-vredigend noemen; wij
doen het mogelijke de oorzaken daarvan op te sporen en tot opheffing daarvan te komen.
Overigens is het gewenst om het groeiproces dezer commissies even af te wachten.
Daargelaten de vraag of er bij het bezoek van H.M. de Koningin fouten zijn ge-
all ippTD
maakt, willen wij mededelen, dat niet ons College besliste, wie er zouden worden ge
vraagd, waarbij reeds veel verder gegaan is, dan oirbaa.r was. Bij het voorstellen is
een indeling en bloc gevolgd, omdat een individuele volgorde bij een dergelijk aantal
onmogelijk aan te houden is.
Bedrijven (Algemeen).
Naar onze mening geeft de samenwerking tussen de verschillende bedrijven en diensten
geen reden tot klachten, terwijl wij steeds trachten deze samenwerking te stimuleren.
Indien er echter wel gegronde klachten zouden zijn, zullen wij gaarne vernemen welke
aanwijsbare gevallen tot deze opmerking aanleiding hebben gegeven, opdat wij zonodig
daarin verbetering kunnen brengen.
De vraag omtrent het resultaat der dienstcommissies (medezeggenschapscommissies)
is hiervoor reeds beantwoord.
-Aan-
