door de meeste electriciteit-distributiebedrijven op ruime schaal worden verspreid - in Breda beperkt tot 100 stuks -, wordt nog eens uitdrukkelijk om medewerking ver zocht om vooral in de "Piekuren" zuinig en economisch electriciteit te verbruiken in verband met de maximale belasting. Gezien de economische waarde, verbonden aan het uitsparen van electriciteit in de piekuren, achten wij deze uitgave, welke zich tot 100,- beperkt, alleszins verantwoord. De plannen tot verbetering van de straatverlichting in de kom van Ginneken zijn reeds lange tijd gereed en de uitvoering hiervan geschiedt geleidelijk naar mogelijk heid en urgentie. Voor de verbetering van de Koningin Emmalaan en aangrenzende stra ten zullen U waarschijnlijk binnenkort de nodige credieten worden gevraagd. Het aanbrengen van lichtpunten op de buitenwegen moet met bedachtzaamheid geschie den, omdat door het aanbrengen van verlichting de moeilijkheden niet worden opgelost; er kunnen immers ongewenste nevenverwerkingen ontstaan, zoals verblinding, duisternis achter de lichtbron, enz. Voor het kruispunt Emerweg-'Beekseweg is een plan gereed, dat nog in 1952 zal worden uitgevoerd. De verlichting van de Rithsestraat is opgenomen in het straatverlichtingsplan. De buitenwegen met weinig verkeer, welke als landwegen kun nen worden beschouwd, zoals de Huifakkerstraat, zijn nog niet geëlectrificeerd, en zijn daarom opgenomen in het plan voor z.g. onrendabele gebieden. Baten. Post 1. Bij de berekening van de meeropbrengst per kWh t.w. 1,8 cent, is geen rekening ge houden met de in de begroting genoemde vastrecht- en reductiebedragen van respectieve lijk 570.000,- en 45.895,-, zodat een verkeerde conclusie wordt getrokken uit een foutieve vergelijkingsbasis. Het is overigens een normaal verschijnsel, dat naar mate de tarieven hoger worden, een degressieve toeneming van de afname hiervan het gevolg is. In verband met de tariefs verhogingen werd voor 1953 rekening gehouden met een mindere toeneming van het verbruik, hetgeen ook de bedoeling van de regering was bij de verhoging der inkooptarieven. Lasten. Post 5. Bij de raming voor 1952 werd uitgegaan van: werkelijke boekwaarde per 1 Januari 1951 1.596.745,- geschatte uitbreidingen in 1951 700.000,- 2.296.745,- afschrijvingen in 1951 174-648,- berekende boekwaarde per 1 Januari 1952 2.122.097,- Bij de raming voor 1953 is echter uitgegaan van de boekwaarde op 1 Januari 1953, zoals deze in de staat van afschrijvingen is opgenomen en welke berekend is als volgt: werkelijke boekwaarde per 1 Januari 1952 1.974.931,- restant-credieten per 1 Januari 1952 1.481,486,- uitbreidingen 1952 2,548,- 3.458.965,- afschrijvingen in 1952 137.682,- berekende boekwaarde per 1 Januari 1953 3.321.283,- Wegens rente is dus meer geraamd 3*2"?° van 3.321.283 - 2.122.097,- afgerond 42.000,-. Post 4. De afschrijvingen zijn lager, omdat blijkens de staat van afschrijving van een lager geraamde aanschaffingswaarde (ƒ.6.038.926,36) wordt afgeschreven (zie de kolom: aanschafwaarde per 31 December 1953). -Post 9.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1663