onder de daarvoor in aanmerking komende jeugdverenigingen. Er komen dus geen jelden ten goede van de sportbeoefenende jeugd. Na- r onze mening ligt hier meer een taak voor de spcrtorganisaties. Volgno. 696. De bedoelde vereniging heeft de achterstallige 1000,- nog niet verrekend, hoewel er voldoende tot betaling is aangemaand. Volgno. 704. Wij achten het van belang, dat de verhoging van het gemeentelijk subsidie aan het Brabants Orkest definitief wordt verhoogd in verband met de verhoging der sala rissen met 15 fa. Wij hebben daarom het verhoogde subsidie op de begroting uitgetrok ken, teneinde hierover de sanctie van Uw College te verkrijgen. Volgnos. 712A t/m 712 C en E. Dit zijn posten, welke in 1951 op de begroting werden gebracht en waarvan bij het samenstellen der begroting nog niet bekend was, of hierop in 1953 uitgaven zullen ge schieden, HOOFDSTUK IX. Algemene bes chouwingen Binnenkort zullen wij U een voorstel doen toekomen tot uitbreiding van het gebouw voor de dienst van sociale zaken. Wat betreft de samenstelling van het personeel hebben wij het voornemen deze op nieuw te bezien ten einde verbetering in de bestaande toestand te brengen. Uitgaven. Volgno, 714. In de loop der jaren hebben zich op verzoek van de gemeente in verschillende wijken een 3-tal vroedvrouwen gevestigd, waaraan de gemeente tijdelijk een vestigings toelage verleent, welke lager wordt naar gelang de eigen inkomsten toenemen. Deze ves tiging is noodzakelijk uit een oogpunt van volksgezondheid, ten einde het zo nuttige thuis bevallen te bevorderen, alsmede om de verplicht en vrijwillig verzekerden bij de ziekenfondsen in de gelegenheid te stellen een vroedvrouw voor de bevalling te nemen, waarvan de vergoeding door de ziekenfondsen aan de vroedvrouwen wordt vol daan. Het geraamde bedrag van 300,- is voor bevallingen van passanten. Indien deze bevallingen worden behandeld door de bedoelde vroedvrouwen, komt de vergoeding in min dering op de vestigingstoelage. Volgno. 742. De lonen van de Sociale Werkvoorzieningsregeling voor handarbeiders zijn bij be schikking van Staatssecretaris van Sociale Zaken van 24 Juni 1952, no. 8930 gewijzigd. In de gemeenteklasse 3 zijn daarbij de uurlonen vastgesteld op 0,84 en 0,80 (naar gelang van de aard van het object), met een garantieloon, gelijk aan hetgeen de arbeider zou worden uitgekeerd ingevolge de bepalingen, geldende voor groep B der Sociale Voorziening, vermeerderd met 5 f>* Deze gewijzigde lonen kan men aan de lage kant achten, doch, gezien het loonpeil van ongeschoolde losse arbeiders in het alge meen en de persoonlijke gesteldheid van de geplaatste arbeiders, is dit toch moeilijk vol te houden. Overigens kunnen wij aan deze van rijksvrege vastgestelde lonen niets veranderen. Volgno. 744. De vastgestelde lonen van geplaatste hoofdarbeiders zijn naar ons gevoelen aan de lage kant. Wel is aan de regeling onlangs een nieuw artikel toegevoegd, dat eveneens een minimum-beloning garandeert, zoals dat geschiedt ten opzichte van een geplaatste hand arbeider, n.l* dat de hoofdarbeider tenminste zal ontvangen het bedrag, dat hem bij op neming in de Sociale Voorziening zou worden uitgekeerd ingevolge de bepalingen, gel dende voor groep B, vermeerderd met 5 -Daarnaast-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1703