Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken medegedeeld, bij circulaire van 26 September j.l.,dat binnenkort nadere richtlijnen in het bijzonder ten aanzien van a# voor betrokkenen aan te houden beloningen kunnen worden tegemoet gezien, zodat binnen niet te lange tijd een nieuwe regeling is te verwachten. Volgno. De «ij de Don Boscostichting geplaatste minder-valide arbeiders worden betaald naar analogie van de lonen, geldende voor de werkvoorzieningsregeling voor handarbeiders, groei B. Deze regeling kent geen brandstoffentoeslag meer. Alleen is een bepaling voor garantie voor minimum-beloning in de regeling opgenomen, zoals hiervoor bij de volgnummers 742 en 744 nader is omschreven. Van toekenning van een kolentoeslag zonder meer kan derhalve niets komen. De dienst van beplantingen werkt al regelmatig met enige arbeiders, welke geplaatst zijn ingevolge de werkvoorzieningsregeling. Of daarnaast nog lichtere werkzaamheden voor komen, welke door minder-validen kunnen worden verricht, betwijfelen wij. Er zal echter een onderzoek naar worden ingesteld. Volgno. 758A Zolang omtrent deze subsidieverlening voor 19o3 geen definitieve beslissing is ge nomen, kan hie voor geen bedrag worden geraamd. Hiervoor dient uiteraard de raming op de post onvoorziene uitgaven, waarvan kan worden overgeschreven. Uitgaven. Volgno. 776. Zoals wij reeds onder de algemene beschouwingen mededeelden, hebben wij voor de totstandkoming van een tentoonstellingsgebouw nog geen vast omlijnd plan. In ieder geval kan het bedrag van de in 1952 gevormde reserve worden aangewend bij de eventuele totstandkoming van een gebouw, waardoor de daarop drukkende kapitaalslasten aanmerkelijk verminderd zullen worden. Volgno. 776A Het subsidie ten behoeve van het borgstellingsfonds voor de middenstand bedroeg over: Volgnos. 569 en 810 Dat deze ramingen, vergeleken bij de begroting 1952, een geheel ander beeld vertonen, is uitsluitend een gevolg van de geheel gewijzigde omstandigheden. In 1951 was het zo goed als niet mogelijk vaste geldleningen te sluiten voor de kapitaalsuitgaven en werden deze uitgaven eerst gefinancierd met kasgeldleningen en gelden in rekening-courant. Thans is deze toestand geheel gewijzigd en kon een groot gedeelte van de consolidatie-achterstand worden ingehaald door langlopende geldleningen te sluiten. Zoals uit de toelichting van de leningsdienst blijkt, bedraagt het per 1 Januari 1953 nog te lenen kapitaal 15.348.233,15. Hiervan is na het opmaken dezer begroting reeds een groot gedeelte geconsolideerd, zodat voor het nog niet door lang lopende le ningen gedekte gedeelte kasgeldleningen moeten worden gesloten, of gelden in rekening courant worden opgenomen. Daarom werd bij de betrokken ramingen rekening gehouden met een bedrag van 9,5 millioen gulden wegens kort geld. HOOFDSTUK X 1949 1950 1951 492,31 1346,- 717,10 HOOFDSTUK XII HOOFDSTUK XIII <y 1 Inkomsten Volgno. 597. Deze raming betreft de jaarlijkse aflossing van een bij raadsbesluit van 12 Mei -1948-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1705