GEMEENTE BREDA
Volgno. 15 der agenda
Bijlagen 1952
no.521
10 December 1952
1/16245
Advies van Burgemeester en Wethouders op het
schrijven van het Bestuur van de Woningbouw
vereniging "St. Laurentius" van 3 November 1952,
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Het schrijven van het Bestuur der R.K. Woningbouwvereniging "St. Laurentius" van
3 November j.l. met bijbehorende memorie van toelichting, welke door Uw College om
prae-advies in onze handen werden gesteld,geeft ons aanleiding U het volgende mede
te delen.
De kern van het betoog van de Woningbouwvereniging is het verwijt, dat de ge
meente de bouw van woningwetwoningen zoveel mogelijk in eigen handen wil houden
en dat de gemeente hier de taak van de woningbouwverenigingen overneemt, (pagg. 1
en 6 van de memorie van toelichting)
Het Bestuur komt hiertoe door gemis aan medewerking te stellen in het aanwijzen
van terreinen en het overdragen van woningen.
Ten aanzien van het aanwijzen van terreinen merken wij op, dat de geringe, direct
voor woningbouw beschikbare oppervlakte bouwgrond het tot heden niet toeliet en ook
nu nog niet toelaat - terreinen van enige omvang op voorhand aan een woningbouwvereni
ging toe te wijzen. De mogelijkheid om binnen niet te lange tijd ook werkelijk te bou
wen moet daarbij naar onze mening immers aanwezig 'zijn. Het belang van een regelma
tige stedebouwkundige uitleg der stad is hierbij een belangrijke factor. Hetgeen in
de memorie van toelichting over het bouwplan der vereniging nabij de Ploegstraat wordt
gezegd is ten aanzien hiervan van minder betekenis. Dit plan, dat slechts 13 woningen
omvatte, moest wel wijken voor het plan van een parochiecentrum. Wij hebben 19 Decem
ber 1947 schriftelijk toegezegd aldaar een perceel grond te zullen aanbieden, zodra de
wijziging van het uitbreidingsplan een definitieve vorm zou hebben verkregen.
De overdracht van woningen aan de bouwvereniging hebben wij afgewezen, omdat ever
de grondprijs met het Rijk nog geen overeenstemming was bereikt.
Indien uit een verschil over hetgeen hier mogelijk was en over de wijze waarop
het gemeentebestuur zijn beleid op deze punten had'te voeren, het Bestuur van do Wo
ningbouwvereniging de conclusies meent te mogen trekken, welke wij in de aanvang noem
den, dan moeten wij dit geheel voor rekening van dat Bestuur laten,
Wij zijn zeer zeker bereid onze medewerking aan woningbouwverenigingen te geven.
Dit hebben wij in het verleden gedaan en deze gedragslijn achten wij ook voor dc toe
komst gerechtvaardigd. Het lijkt ons echter juist om daarbij er voor te waken, dat
een woningbouwvereniging niet meer verantwoording op zich neemt, dan op een gegeven
moment mogelijk lijkt. De zeer grote kapitalen, welke de overheid heeft te fourneren
en het risico, dat de gemeente daarbij mede heeft te dragen, noodzaken ertoe om dit
niet uit het oog te verliezen.
-Hiervoor-