voigno. r/ cier agenda NOORD - BRABANTS STUDIEFONDS. Voorzitter: Dr J.E. de Quay Vice-voorzitter: P. Coppes Penningm.: A.J.A. v.d. Donck Secretaris: Dra A. Verdijk Administrateur: H. v.d. Heijden. Tilburg, 8 Augustus 195?-. Edelachtbare Heren, Reeds geruime tijd werd in onze Provincie de behoefte gevoeld aan een voor ziening in een leemte op sociaal-cultureel terrein: de bevordering van het onderwijs aan begaafde jonge mensen, die zelf of wier ouders niet genoegzaam in staat zijn u- kosten van hun verdere ontwikkeling te dragen. Zo werd op initiatief van de Samen werkende Standsorganisaties en met volle medewerking van het Provinciaal Bestuur aan het begin van het jaar 1952 de Stichting "Noord-Brabants Studiefonds" op alge mene grondslag opgericht, teneinde voor betrokkenen deze mogelijkheid te scheg;-nu - Ofschoon ook het Bureau voor Rijksstudietoelagen van het Departement van Ou derwijs, Kunsten en Wetenschappen personen uit Brabant hiervoor in aanmerking brengt, blijkt het beschikbare bedrag van deze aard te zijn, dat de hulp, die hier uit voortvloeit, van betrekkelijke omvang kan zijn en slechts elementair ganceud kan worden. Op een aantal van 4.441 eerste-jaars studenten aan instellingen van hoger onder wijs, was dan ook in het cursusjaar 1950-1951 slechts 6.4 procent uit Noord U-aiant afkomstig, waarin is verdisconteerd een percentage van nagenoeg 25 en 50 pro- m'; Brabantse studenten aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen en de Katho-iAae Economische Hogeschool te Tilburg, terwijl 20 procent van de Nederlandse jeugd in Noord-Brabant woonachtig is. De achterstand van onze Provincie ten aanzien van het aantal jongelui, due d hogere studies, volgt, vindt vooral zijn oorzaak in de grote afstand 'ut ae me nu universiteitscentra, met als gevolg de verhoging van de studie-kosten met de u aos van pension. Voor het Brabantse intellectuele, industriële en sociale leven kan dit suudi- - fonds dan ook van grote betekenis zijn door aanvullende financiële steun te --erleuen aan hen, die hun begaafdheid niet kunnen realiseren door omstandigheden van linau- ciële aard. Hierdoor wordt uiteraard mede bereikt, dat de in Noord-Brabant aanwezige intelligentia tot volledige ontplooiing kan worden gebracht. Tengevolge hiervan zal lïlö voor de leidende functies in de toekomst steeds' een beroep gedaan kunnen worden op de wel aanwezige, maar vaak niet voldoende theoretisch ontwikkelde, krachten uit eigen Gewest. Daar het belang van de inwoners van de gemeenten hierbij direct betrokken us, heeft, overeenkomstig artikel 4 van de Statuten onzer Stichting, de afdeling Noord- Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten twee vertegenwoordigers aange wezen on zitting te nemen in het Algemeen Bestuur van het Noord-Brabants Studie fonds. Hiervoor werden benoemd Mr H.J.M. Loeff, Burgemeester van 's Hertogenbosch en Drs M.A.M. van Heivoort, Burgemeester van Boxtel. Van de zijde d.er diocesen Breda en 's Hertogenbosch, de Provinciale Staten van Noord-Brabant, de Onderwijs- en Standsorganisaties en de Kamer van Koophanden wer den voor het jaar 1952 reeds geldmiddelen aan het Noord-Brabants Studiefonds ter beschikking gesteld, terwijl ook op de Brabantse industrieën nog dit jaar een beroep zal worden gedaan om financiële medewerking te verkrijgen. Wil echter het Noord-Brabants Studiefonds zijn taak blijvend en in voldoend ruime mate kunnen vervullen, dan zal het nodig zijn, dat ook de gemeenten in Noord -Brabant e-en jaarlijkse subsidie voor het Studiefonds zullen voteren. Hierbij wordt geda nu - aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1785