GEMEENTE BREDA Volgno. 51 der agenda
Bijlagen 1952
no557
10 December 1952
1/16265
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van het raadsbesluit inzake ruiling van grond met de
heer Strack van Schijndel en tot uitreiking van het
raadsbesluit tot ruiling van grond met de heer P.J. van
Boxsel
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ten behoeve van de uitvoering van het uitbreidingsplan Liniestraat e.o.
heeft Uw College bij Uw besluiten van 18 Januari 1951 en 19 Februari 1951 besloten
tot het aangaan van overeenkomsten tot ruiling van grond met respectievelijk de
heer A.H.E. Strack van Schijndel en de heer P.A. van Boxsel. Deze ruilingen
kwamen hierop neer, dat de heer Strack van Schijndel aan de Gemeente zou afstaan
een perceel grond aan de Lachagpellestraat in ruil voor een even groot terrein
grenzende aan het fabrieksterrein van de N.V. Aug. Lachappelle's parketfabrieken
en dat de heer van Boxsel aan de gemeente een stuk grond gelegen tussen de Terheij-
denseweg en de Lachappellestraat zou afstaan in ruil voor een even groot gedeelte
van het perceel, dat de heer Strack van Schijndel aan de C-emeente zou overdragen.
Zie de tekeningen behorende bij evenvermelde raadsbesluiten, welke bij de stukken
voor U ter visie zijn gelegd. Beide transacties zouden plaats hebben met gesloten
beurzen.
Deze raadsbesluiten zijn door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, doch de over
dracht van de daarbij betrokken gronden kan nog niet plaats hebben, omdat de
gemeente .nog niet ten volle beschikt over de grond, welke aan de heer Strack van
Schijndel moet worden overgedragen.
Intussen heeft de heer van Boxsel enkele woningen gebouwd aan de 'Terheijdense-
weg. Deze woningen staan voor een gedeelte op grond, welke reeds eigendom was van
de heer van Boxsel en voor een gedeelte op het perceelsgedeelte, dat de heer Van
Boxsel van het terrein van de heer Strack van Schijndel door de grondruil met de
gemeence in eigendom zou verkrijgen. De woningen zijn reeds bij voorlopig koop
contract verkocht, doch de definitieve overdracht kan niet pla ts hebben zolang
de grond niet eigendom van de heer Van Boxsel is. Deze heeft daarom aan de Gemeente
verzocht de ruilovereenkomst zodanig te wijzigen, dat het gedeelte van het perceel
van de heer Strack van Schijndel, dat door de huizen wordt geoccupeerd, buiten de
ruiling wordt gehouden met betaling van een toegift door de heer Strack van
Schijndel aan de Gemeente)zodat dit gedeelte rechtstreeks door de heer Strack van
Schijndel aan de heer Van Boxsel kan worden overgedragen. Eerstgenoemde gaat
hiermede accoord.
Wij stellen Uw Raad voor overeenkomstig dit verzoek Uw besluit van 18 Januari
1951 te wijzigen. Wat betreft de door de heer Strack van Schijndel te betalen toe
gift moge worden verwezen naar het ter visie gelegde concept-besluit met toelichting.
Voorts heeft de heer van Boxsel verzocht om intrekking van het raadsbesluit
- van -
R.No.2.