GEMEENTE BREDA
De Raad der gemeente Breda;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 December 1952
no. Vl/21748 gehoord de Commissie van Overleg;
besluit:
I. De Bezoldigingsregeling Ambtenaren 1948 met ingang van 1 Januari 1953 te wijzigen
als volgt:
Artikel 6, vijfde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling:
5. Onverminderd het bepaalde in de volgende leden van dit artikel bedraagt de
kindertoelage per kind:
voor het eerste, tweede en derde kind: 3 van de wedde, met een minimum van
180,- en een maximum van 277,20 per jaar;
voor het vierde, vijfde en zesde kind: 4 van de wedde, met een minimum van
192,- en een maximum van 295>68 per jaar;
en voor het zevende en volgende kind 5 van de wedde, met een minimum van
204,- en een maximum van 314,16 per jaar;
II. De Bezoldigingsregeling Werklieden 1948 met ingang van 1 Januari 1953 te wij
zigen als volgt:
Artikel 7, vijfde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling:
5.Onverminderd het bepaalde in de volgende leden van dit artikel bedraagt de
kindertoelage per kind:
voor het eerste, tweede en derde kind: 3 van de wedde, met een minimum van
3,46 per week;
voor het vierde, vijfde en zesde kind: 4 van de wedde met een minimum van
3,69 per week;
en voor het zevende en volgende kind: 5 van de wedde, met een minimum van
3,92 per week.
Aldus vastgesteld door de Raad
der Gemeente Breda in zijn open
bare vergadering van
voorzitter
secretaris