Bijlagen 1952
no. 579
24 December 1952
V/19060
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verhogen van het voorschot op de gemeentelijke
vergoeding, bedoeld in artikel 101 bis, 4-e lid
der lager onderwijswet 1920, over 1952 aan het
bestuur der bijzondere school voor u.l.o. aan
de Baronielaan, alhier.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
T\
Van het bestuur der bijzondere school voor u.l.o. aan de Baronielaan,alhier,
is bijgaande aanvrage ingekomen tot verhoging van het voorschot op de gemeentelijke
vergoeding, bedoeld in artikel 101 bis, 4e lid der lager onderwijswet 1920, over 1952.
In Uw vergadering van 13 Februari van dit jaar is besloten aan voornoemd school
bestuur een voorschot toe te kennen voor 3t uur vakonderwijs nuttige handwerken voor
meisjes. Wegens toeneming van het aantal leerlingen per 1 September j.l. heeft ieder
leerjaar een parallelklas, waar eveneens onderwijs wordt gegeven in de vakken
nuttige en vrouwelijke handwerken door daartoe bevoegde vakleerkrachten. Sedert die
datum is het getal wekelijkse lesuren gesteld op 6-g-; de verhoging van het te verlenen
voorschot betreft mitsdien 3 uur vakonderwijs.
Deze aanvrage ligt ter visie in de leeskamer en is voorzien van het advies van de
inspecteur van het lager onderwijs.
Aangezien de inspecteur van mening is, dat de normale eisen aan het geven van
lager onderwijs te stellen door vermeerdering van het getal wekelijkse lesuren vak
onderwijs niet worden overschreden, mogen wij U adviseren op voorliggend verzoek
gunstig te beschikken en over te gaan tot verhoging van het voorschot met ƒ.180,59*
Bij de berekening van dit bedrag is rekening gehouden met het bepaalde in het Toelage-
besluit 1951 (10,25 en 5 fo).
Om practische redenen menen wij de niet verhaalbare pensioensbijdrage en de
overige uitgaven, voortvloeiende uit de naleving van de sociale wetgeving, welke
kosten eveneens door de gemeente dienen te worden vergoed, voorlopig buiten beschouvfing
te moeten laten.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.