GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno.18 der^jenda.
Bijlagen 1952
6 Februari 1952
V/2302.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verstrekken van voorschotten op de gemeentelijke
vergoeding,bedoeld in art.101 bis,4e lid,der Lager
Onderwijswet 1920,over het jaar 1952 aan enige be
sturen van bijzondere scholen voor v.g.l.o. en
u.l.o.
Krachtens het bepaalde in artikel 101 bis,4e lid, van de Lager-Onderwijswet 1920
vergoedt de gemeente,indien zij geen enkele openbare school voor voortgezet gewoon of
uitgebreid lager onderwijs in stand houdt aan de besturen van de in deze gemeente geves
tigde gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen van de aan die scholen verbon
den vakonderwijzers.
Bij iedere aanvrage zal moeten worden beoordeeld of de gemaakte kosten zonder nood
zaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is.
Op de onderhavige vergoeding .unnen op verzoek van de desbetreffende schoolbesturen
voorschotten worden verleend.Blijkens de terzake geldende jurisprudentie bestaat daar
toe alleen aanleiding indien te verwachten is,dat de te maken kosten niet zonder nood
zaak zullen worden gemaakt,of hoger zullen zijn dan noodzakelijk is.Bij de beoordeling
daarvan gaat het erom,of de indienstneming van de vakleerkrachten) noodzakelijk was, of
het getal opgedragen lesuren niet te hoog is en of de bezoldiging niet uitgaat bover
die,welke dezelfde leerkrachten zonden genieten,indien zij in dienst van de gemeente
Breda waren.Omtrent de eerste twee factoren kan de Inspecteur van het Lager Onderwijs
adviseren,de derde factor(bezoldigingsregeling) dient te worden bezien in het licht van
de 11 Verordening tot regeling van de bezoldiging van dc vakleerkrachten aan de open
bare lagere scholen te Breda".
Van een aantal besturen van alhier gevestigde bijzondere scholen voor u.l.o. en
v.g.l.o. zijn bereids aanvragen om voorschotten voor het jaar 1952 ingekomen.Leze aan
vragen liggen ter visie in de leeskamer. Iedere aanvrage is voorzien van het advies van
de Inspecteur van het Lager Onderwijs. X)
Aangezien blijkens de uitgebrachte adviezen de Inspecteur van mening is,dat de
aanstellingen van de vakleerkrachten niet zonder noodzaak zijn geschied en het hen op
gedragen aantal lesuren niet te hoog kan worden geacht,mogen wij U adviseren gunstig
°P de voorliggende verzoeken te beschikken on over te gaan tot het toekennen van de navol
gende voorschotten,beschikbaar te stellen in vier gelijke termijnen,vervallende 1 Janua
ri April, 1 Juli en 1 October.
- Naam -
5000.,.-J, No 6