T GEMEENTE BREDA Volgno. 21 der agenda. Bijlagen 1952 no107 5 Maart 1952 V/1810 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verho ging van de bij raadsbesluit d.d.18 Januari 1952 vastgestelde vergoeding ex.art.55bis. der lager on derwijswet, voer het voortgezet gewoon lager onderwijs. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij Uw besluit van 18 Januari j.l. zijn door U de bedragen voer 1952 vastgesteld, als bedoeld in art.55 bis der lager onderwijswet,welke bedragen de grondslag vormen voor de aan de bijzondere lagere scholen uit te keren vergoeding voor de exploitatie kosten dier scholen. In voormeld besluit is o.m. de vergoeding voor het voortgezet gewoon lager onder wijs bepaald op f.32.75 per leerling voor eigen- en op f.28.10 por leerling voer in bruikleen gegeven schoolgebouwen of -lokalen. De vaststelling van deze bedragen moest, daar te Breda geen openbaar voortgezet gewoon lager onderwijs wordt gegeven,geschieden aan de hand van het bepaalde in art. 101 sub 5 der l.o.wet waarin als maatstaf is aangegeven het bedrag per leerling "het welk voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van een in normale omstan digheden verkerende school" Voor het v.g.l.o. nu is hierbij uitgegaan van de voor het g.l.o. berekende bedra gen ad resp. f.32.75 en f.28.10 (zie boven), vermeerderd met de indertijd docr de rijksinspectie voor het volledig v.g.l.o. aangegeven norm van f.3.50.Aldus werden voer het v.g.l.o. de vergoedingsbedragen bepaald op resp. f.32.75(eigen school) en f.28.10 (in gebruik gegeven school). De inspecteur van het lager onderwijsaan wie een afschrift van Uw besluit werd toegezonden,deelt ons na kennisneming daarvan mede,dat hem het voor het v.g.l.o. vastgestelde bedrag per leerling ad f.32.75 erg laag voorkomt."Het v.g.l.o. is", schrijft de inspecteur," p-r leerling kostbaar door het betrekkelijk gering aantal leerlingen per school en in dc klassen,terwijl ook do uitgaven voor kookboiodigdho- den,huishoudelijk werk,nuttige en vrouwelijke handwerken hoog zijn.Ben bedrag over eenkomende met dat voor het u.l.o. lijkt mij verantwoord en noodzakelijk". (Du voor het u.l.o. vastgestelde vergoeding bedraagt f.38.- por leading). In verband hiermede is alsnog nagegaan of en in hoeverre aan dc door do inspec teur gedane suggestie moet worden togemoet gekomen.Uit de ons tor beschikking staande cijfers van andere- gemeenten is ons gebleken,dat het bedrag dat als redelijk voor een normale school wordt geacht,in het bijzonder voor het v.g.l.o. zeer uiteenlopende cijfers te zien geeft.De behoeftefactor,welke voor deze vorm van onderwijs gesteld kan worden,varieert dan ook zeer sterk al naar gelang de omvang,welke dit onderwijs heeft.Zo zijn er v.g.l.o.-meisjesscholen met de volledige huishoudelijke vakken,de - naaldvakken - v.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 375