naaldvakken en handenarbeid,andere met alleen dc huishoudelijke- en naaldvakken,doch daarnaast ook v.g.l.o.-jongensscholen met alloenhet vak handenarbeid, Het is duidelijk dat éénzelfde vergoeding voor dit v.g.l.o.-onderwijs met zijn zeer uiteenlopende behoeften,tot scheve verhoudingen leidt.Niettemin staat de wet echter slechts de vaststelling van één v.g.l.o.bedrag toe.(afgezien van de hierboven aange geven onderscheiding voor eigen en ingebruik gegeven scholen). In doze zin is neg on langs door Gedeputeerde Statui in beroep beslist. Nu do rijksinspectie evenwel blijkbaar van oordeel is,dat de eertijds aangegeven- verhoging voor hot v.g.l.o. van f.3.50 boven het voor hut g.l.o. vastgestelde bedrag, niet meer voldoende is te achten en te Breda het v.g.l.o.-enderwijs in hoofdzaak door meisjes wordt gevolgd,achten wij een verhoging van de vergoeding tot het door dw inspec teur voorgestelde bedrag van f.38.- p^r leerling wel gemotiveerd. Sedert de technische herziening 1948 der l.o.wet is Uw college bevoegd het overeen komstig art.55 bis vastgestelde bedrag achteraf te verhogen doch alleen,indien de be- roopstermijn(30 dagen) is verstreken,zonder dat van Uw besluit ex.art.55 bis vernieti ging is gevraagd cf verhoging van het daarin vastgestelde bedrag per leerling. Uw besluit ex.art.55 bis dateert van 18 Januari j.l.Blijkens op 20 Februari 1.1. van de Provinciale griffie verkregen inlichting,is aan Gedeputeerde Staten bedoelde vernieting of verhoging niet gevraagd. Wij geven U derhalve in overweging van de U in art.55bis sub 5 verleende bevoegdheid gebruik te maken,door de vergoeding ex.art.55 bis voor hot v.g.l.o. nader vast to stel len op f.38.- voor eigen en op f.33.35 per leerling voor ingebruik gegeven scholen, en het daarop te verlenen voorschot dienovereenkomstig te verhogen. Volgens de laatst bekende gegevens wordt het v.g.l.o.-onderwijs te Breda gevolgd door rond 260 leerlingen.De verhoging van het vergoedingsbedrag met f.5.25 per leer ling vordert derhalve een meerdere uitgave van 260 x f.5.25= f.1365.-. Ontwerp-besluiten gaan te Uwer vaststelling hierbij.*) Burgemeester en ^uthouders van Breda, J.A.Meijs burgemeester, (loco) *)Ligt Van Woensel secretaris, ter visie m de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 377