AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
GEMEENTE BREDA
no130
5 Haar 1952
1/3167
Schrijven van Burgemeester en Wethouders inza
ke de Commissie van Advies ex artikel 8 der
Woonruimtewet 1947.
Zoals Uw Raad bekend is, wordt d Commissie van Advies er- Art ik 1 8 der Woon
ruimtewet 1947 jaarlijks opnieuw door de Gemeenteraad benoemd. De benoeming van de
zittende Commissie heeft in het jaar 1951 (vergadering van 14 Februari 195l) plaats
gehad, zodat in dit j lar een nieuwe benoeming zal dienen te geschieden#
Uw Raad zal het op prijs stellen, om vóórdat hij tot benoemin van leden voor
deze commissie overgaat, ingelicht te worden ov r de vraag, hoe h t Reglement van
Orde, dat U in Uw vergadering van 16 Augustus 1951 vaststelde, is toegepast.
Terzake kunnen wij U mededelen, dat artikel 7,het kernartikel van het Regle
ment, dat voorschrijft, dot telkens na degene, die beswaren heeft ingebracht, de
Directeur vin h 1 Wonin -noodbureau dient tc worden toegelaten geen toepassing vindt
De aangelegenheid wordt als van ouds behandeld, zodat een enkele keer na afloop van
v rgadoring de Directeur of diens vertegenwoordiger wordtontvangc-n en wordt
Teruggegrepen op -een in die vergadering behandeld vordoringsgcval.
In hot merendeel der vergaderingen wordt do
Dir cteur of zijn verte cnwoordiger niet ontvangen.
Na de overhandigin van het reglement in 3eptember 1951 tot medio Januari
1952 heeft dc Commissie op 34 voorstellen tot vordering advies uitgebracht. In 18
gevallen werd. net algemene stemmen conform het voorstel geadviseerd? in 12 gevallen
werd eon voorgestelde vordering act algemene stemmen afgewezen. In 4 gevallen waren
de stemmen verdeeld. In slechts 2 gevallen is de Directeur van het Woningnoodbureau
gehoord. Men kan dus veilig stellen, dat dc Directeur niet in de gelegenheid is ge
steld om naar aanleiding van d< eventueel gemaakte bezwaren opmerkingen tc maken,
zelfs niet als geheel nieuwe bezwaren, waarover in de schriftelijke stukken niet
werd gerept, naar voren werden gebracht, van welkt, nieuwe bezwaren eerst uit de mo
tivering van het door dc Commissie uitgebrachte advies bleek.
Gezien de bewoordingen van artikel 7 en dc bedoelingen, die Uw Raad bij het
vaststellen van dit artikel had, lijkt deze gang van zaken moer dan een vormverzuim
Toen bl 5k, dat artikel 7 werd veronachtzaamd is van de zijde van ons College
*.n bespreking met dc adviescommissie belegd, waarin sterk is aangedrongen om bij
wijze vin proef gedurende drie maanden de gewone recht rlijke wijze van procederen
Volgen, ten einde te kunnen nagaan of in de practijk al of niet de bezwaren
00Jen blijken, die de Commissie daartegen meende t. moeten aanvoeren. Dc Commissie
egde overweging toe, doch.deelde bij schrijven vin 27 Februari j.l. mede, dat zij
eromtrent eerst t,en beslissing wenst te nemen, zodra vaststaat, dat dc Gem nt -
yaad de leden der Commissie zal hebben h< rbenoemd. Of deze beslissing alsdan posi-
icf of negatief zal uitvallen, wordt door de Commissie in het midden gelaten.
-Dergeli jke-
"""""•'•■s. No. I3