Als extra- ontvangsten financieringsmiddelen beschikt de' algemene dienst onder meer over: afrekening uitkering gemeentefonds over 1947 586.093.- na- uitkering gemeentefonds over 1948 en 1949 162.381.- afrekening uitkering gemeentefonds over 1948 482.062.- na- uitkering ondernemingsbelasting over 19 en 19$ 252.300.- Uit het bovenstaande zal U blijken dat de door de algemene dienst op te nemen kasgelden en de te verstrekken kasgelden aan de bedrijven niet gelijk zijn. Wat betreft het bezwaar dat de z.g. kassiers- winst ten goede komt aan de gewone dienst en niet gebruikt wordt voor aflossing van de kasgelden moeten vrij opmerken dat deze raming reëel is,omdat niet te vervrachten is,dat in 1952 de consolidatieachter- stand zal worden ingelopen.Daarentegen is de raming van f.100.000.- onder de uitgaven onder volgnummer 828 wegens rente en afschrijving op nieuwe kapitaalsuitgaven niet reëel, omdat hierop geen enkele uitgave geschiedt.Hieruit blijkt dus dat naast de reserve voor onvoorziene uitgaven van f.130.000.- nog een onwerkelijke uitgaaf is geraamd van f.100.000.- zodat voldoende dekking aanwezig is voor het ondenkbare geval dat geen gelden tegen oen lager percentage dan 47° zouden worden opgenomen. Wij hopen,dat door deze uiteenzetting de naar voren gebrachte bezwaren bij het betreffende lid van Uw college zullen zijn weggenomen. Burgemeester en Wethouders van Breda, J.A.Meijs burgemeester. (loco Van Voensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 445