GEMEENTE BREDA Bij volgno. 9 der agenda. De Itead der gemeente Breda; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d«d. 2 April 1952 no. l/4169; Overwegende, dat de Baad onlangs in principe een verkeersschema voor de binnenstad heeft aanvaard; dat het voor de realisatie hiervan noodzakelijk is bijzondere voorgevel- rooilijnen vast te stellen voor de Markendaalseweg, de Kamemelkstraat en aangrenzende straten; dat een ontwerp-besluit tot vaststelling van bijzondere rooilijnvoor- schriften met bijbehorende kaart en overige toelichtende stukken gedurende de voorgeschreven termijn voor eenieder ter inzage heeft gelegen ter secre tarie dat, eveneens volgens wettelijk voorschrift, aan de eigenaren van de bij de rooilijnvoorschriften betrokken eigendommen en aan de hypotheekhouders van deze ter-visie-legging schriftelijk is kennisgegeven; dat tegen de ontworpen rooilijnvoorschriften bezwaarschriften zijn inge diend door: 1. De Voorzitter van de ïfead van Arbeid. 2. Mevrouw de Wed. A. Wiercx-Schoonman. 3. W. Biermans. 4. F.G. Heijtesop namens B.Jr van Gils. 5. De eerstaanwezend Ingenieur dor Genie; Overwegende ten aanzien van het bezwaarschrift van de adressant sub 1: dat diens bezwaren hierin bestaan, dat door de ontworpen rooilijn een ge deelte van zijn perceel sectie A. no. 7959 ter grootte van 1 240 m2 wordt af gesneden; dat te dezen aanzien lean worden opgemerkt, dat het billijk is, zodra tot realisering van de plannen ter plaatse wordt overgegaan, het bewuste gedeelte van het terrein, dat vroeger van de gemeente is aangekocht, terug te kopen of door middel van ruiling in eigendom te verkrijgen; dat het eveneens billijk is de kosten, die adressant gemaakt heeft voor het ontwerpen van een bouwplan op zijn huidige perceel, voorzover deze kosten nutteloos gemaakt zullen blijken te zijn, door de gemeente worden vergoed; Overwegende ten aanzien van de bezwaren van de adressante sub 2; dat haar bezwaren buiten beschouwing kunnen worden gelaten, aangezien de percelen, waarom haar bezwaarschrift gewag maakt, liggen in het wederopbouw- plan Mr.Br. Frederiksstraat. dat om hierna te vermelden redenen buiten de on verwerpelijke rooilijnvoorschriften zal worden gehouden; Overwegende ten aanzien van het bezwaarschrift van de'adressant sub 3: dat dit bezwaarschrift, gedicht aan Burgemeester en V/ethouders, doch door Vit College aan de Raad overgelegd, wel is waar is gedateerd 11 December 1952, Voch eerst op 14 December 1952 ter secretarie is ingediend; dat echter slechts tot 12 December 1952 de gelegenheid tot het indienen van bezwaarschriften openstond en adressant derhalve in zijn bezwaren niet ontvanke lijk moet worden verklaard; Overwegende ten aanzien van het bezwaarschrift van de adressant sub 4: dat diens bezwaarschrift zijn oorzaak vindt in het feit, dat het hem in eigendom toebehorende perceel Kamemelkstraat 3-5 gedeeltelijk komt te liggen buiten de voor de Zuidzijde van de Kamemelkstraat ontworpen rooilijn; dat een verbreding van de Kamemelkstraat met het oog op de opneming van ieze straat in het verkeersquadraat in de binnenstad noodzakelijk is, zodat Vpmrtoe o.a. het pand van de adressant zal moeten worden geamoveerd; -dat- '00OO-2-'52 No. 93

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 497