lij volgno, 17 der agenda.
- 3 -
zijn toegelaten of de school hebben verlaten.Is geen opgave te doen dan zendt hij
e^n negatief bericht.
■artikel 12
De invordering van het sch olgold geschiedt door of namens de gemeente-ontvanger.
Artikel 13.
1.Van het schoolgeld worden elk cursusjaar zo spoedig mogelijk kohieren opgemaakt en
vastgesteld;
2.De gemeente-ontvanger dra> zorg, dat da gedagtekende aanslagbiljetten van elk ko
hier binnen dertig dagen, nadat dit hei ter inning is toegezonden, worden uitgereikt;
3.Op de invordering door de gemeente-ontvanger zijn van toepassing de artikelen 291-
2>5 der Ge ee.itewet;
4.Aan h^n, voor wie het schoolgeld niet binnen de bepaalde tijd is betaald, lean door
Burgemeester en kithouders de toegang: tot de school worden ontzegd.
Artikel 14.
Het schoolgeld moet worden voldaan in 5 gelijke termijnen,waarvan de eerste vervalt
op do laatste dag van de kalendermaand, volgende op die,welke in de dagtekening
van het aanslagbiljet is vermeid,de tweede aan hut eind van de volgende kalendermaand,
cn zo vervolgens.
Het schoolgeld is dadelijk en ineens invorderbaar,wanneer de schoolgeldplichtige in
staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende goederen exe
cutoriaal beslag is gelegd.
Artikel 15.
1.De betaling geschiedt tegen kwijting ten kantore van du gemeente-ontvanger of door
storting op de postrekening dur meente.
Des;owenst wordt een dupli aat van het aanslagbiljet tegen betaling van 10 cent aan
de schoolgeldplichtige uitgereikt.
2.De afschrijving der betalingen geschiedt in do volgende orde:
a.op de kosten van vervolging, zo deze verschuldigd zijn;
■•op de oudste der openstaande termijnen.
artikel 16
Binnen drie kalendermaanden na net vervallen van de laatste termijn van het school
geld zendt ae gemeente-ontvanger aan Burgemeester en Wethouders een staat met toelich
ting van de posten op het kohier, welke hij niet heeft kunnen invorderen.De gemeente-
r cl besluit tot niet invorderbaarverklaring van die posten, welke hij daarvoor
vatbaar acht.
Dit besluit ontheft de gemeente.ontvanger van verdere pogingen tot invordering.
Artikel 17.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1951.
Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente
Breda in zijn vergadering van
wndvoorzitter.
secretaris.