waren op een gelijksoortige bijzondere school, welke door hen is verlaten, of
schoon zij zijn blijve wonen binnen een afstand van 4 kilometer van die
school
zouden
b. leerlingen, die de door h .n bezochte gelijksoortige bijzondere school verla
ten, doch voor wie in die school in hot voor hen bestemde lokaal plaatsruimte
beschikbaar zoude blijven, tenzij do woning dier leerlingen meer dan 4 kilo
meter van de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school verwijderd is
en zij op hot tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, de door hen
te verlaten school reeds gedurende ton minste 6 maanden hebben bezocht",
Wij merken hierbij op, dat onder het hier onder a en b genoemde begrip "ge
lijksoortige schooi", blijkens de ter zake geldende jurisprudentie, niet moet
worden verstaan e .n bijzondere school van gelijke richting, doch een school naar
do onderscheiding van art. 3 der wet (dus g.l.o,-, v.g.l.o.-, of u.l.o.-school)
Voorts moet bij de beoordeling der "ouderverklaring" rekening worden ge
houden ra .t de vermoedelijke daturn van op .ning der te stichten school. Als rede
lijk tijdstip van opening, menen wij de datum 1 September 1953 te kunn ;n aannemen.
eoor de Stichting "Jan Ligthartsch ol" zijn verklaringen overgelegd vermel
dende de namen van 152 kinderen voor wie is verklaard, dat zij de te stichten
school zullen gaan bezoeken
•°ij onderzosk is gebleken, dat ten aanzien van deze 152 kinderen de volgen
de verdeling kan worden gemaakt
65 kinderen bezoeken thans een openbare lagere school
9 bijzondere
40 kunnen op 1 September 1952 word ,n toegelaten
35 op 1 September 1953 s'
op 1 September 1954
152 kinderen in totaal
In verband met de hierboven aangenomen datum van opening dar school (l Sep
tember 1953), zouden de 3 kinderen, welke ;rst op 1 September 1954 tot de
school kunnen worden toegelaten, buiten beschouwing moeten blijven. Aangezien
de bovengenoemde uitzonderingsbepalingen van art.73 sub 4 a en b hier niet van
toepassing zijn, r-sten dus 152 - 3 149 1. -rlingen di voor do schoolstich
ting in aanmerking kun en komen, w rmede dorh lvj het voor Breda vereiste mini
mum van 100 leerlingen ruimschoots is overschreden.
laar ook de overige overgelegde bescheiden, als bedoeld in artikel 73,
..rst, lid onder b,c en d aan de eisen der wet voldoen, vindt do aanvrage steun
in art,72 der l.o.wet, zodat a .n het verlenen dor gevraagde medewerking in prin-
cip j zal moet ,n worden gevolg gegeven
Wij st&llon U derhalve voor daartoe to besluiten door vaststelling van het
hierbijgaande ontwerp-besluit. x)
Het advies van de inspecteur van het lager onderwijs gelieve U hierbij aan
te treffen x)
Het advies van do Onderwijscommissie zal U staande de vergadering worden
medegedeeld
Burgemeester en Wethouders van Breda
Claudius Prinsen burgemeester
Van Woensel
secretaris
x) Ligc ter visie in de Leeskamer