- 2 - betreft de rente,verschuldigd over het gedeelte van het halfjaar,dat voor elk ter beschikking van de geldneemster gesteld bedrag aanvangt met de vaiutadatum, waaronder die terbeschikkingstelling heeft plaats gehad. Bij de berekening van de rente wordt elite maand op 30 dagen en elk jaar 360 dagen gesteld. jtikel 2.1e geldneemster zal Bestanddeel A van het ter leen verstrekte bedr.-.g aan de geldgeefster terugbetalen in tien gelijke termijnen,waarvan de ^erste vervalt op 1 April 1968, de tweede op 1 April 1969 en zo vervolgens, zodat de laatste termijn van terugbetaling vervalt op 1 April 1977. De geldneemster zal Bestanddeel B van het ter leen verstrekte bedrag aan de geldgeefster terugbetalen in Óen termijn,vervallende op 1 October 1974. Artikel 3. Ten aanzien van Bestanddeel A van het ter leen verstrekte bedrag zal ver vroegde gehele of gedeeltelijke aflossing tot 1 April 1962 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geldneemster uitsluitend op de eerste April van elk jaar dit deel der lening vervroegd geheel of gedeeltelijk mogen aflossen, doch slechts tegen betaling van één en een half procent van het af tv lossen be- bedrag,indien de vervroegde aflossing plaats vindt voor 1 April 1964, van een procent, indien de vervroegde aflossing plaats vindt na 31 Haart 1964,doch vóór 1 April 1967,terwijl met ingang van laatstgenoïmde datum geen vergoeding bij vervroegde aflossing verschuldigd zal zijn.Geldneemster zal van het voornemen tot vervroegde aflossing der lening tenminste zes maanden te voren aan de geld geefster schriftelijk kennis geven. De bedragen overeenkomstig het eerste lid van dit artikel vervroegd afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingstermijn bedoeld in het eerste lid van artikel 2,daarna van de voor laagste en zo vervol.ens. Ten aanzien van Bestanddeel 3 van het oer leen verstrekte bedra zal vervroeg de aflossing zijn uitgesloten. Artikel 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 zal de geldneemster aan de geld geefster binnen oen maand na mededeling, van het bedrag,een evenredig aandeel ver goeden in de kosten, verbonden aan de uitgifte en de dienst van de Nationale Le ningen voor de Woningbouw 1952,zoals dit door de geldgeefster is vastgesteld. Artikel 5. In afwijkin van het bepaalde in artikel 3, is de geldneemster, zo het be drag waarvoor te harer aanzien voorkeur is uitgeoefend door houders van rente- spaarbrieven en obligatiën van de Nationale Leningen voor de Woningbouw 1952 over schrijdt het bedrag,dat zij uit die opbrengst wenst op te nemen,bevoegd het be drag dier overschrijding binnen een maand na de dagtekening van de desbetreffende schuldbekentenis vervroegd a pari af te lossen, met dien verstande,dat de .geld neemster door deze aflossing tot het bedrag dier aflossing afstand doet van haar aanspraken uit de te harer behoeve uitgesproken voorkeur voortvloeiende. Van hot voornemen tot de vervroegde aflossing in dit artikel bedoeld,zal de geldneemster ten minste acht dagen te voren aan de geldgeefster schriftelijk konnis geven.Deze vervroegde aflossing komt in de eerste plaats in mindering op het bedrag van Bestanddeel 3 der lening'', en eerst als dit niet mogelijk is, op het bedrag van Bestanddeel A der lening Indien van de- in het eerste lid omschreven bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, sal voor de toepassing van artikel 2 worden uitgegaan van dc dientengevolge ver minderde bedragen. 4ÖifeeL_6. Zo spoedig mogelijk na afloop van de termijn van één j.aand,bedoeld in artikel 5,zullen partijen bij nadere overeenkomst het juiste bedrag der lenin en de verdeling van dit bedrag naar de onderscheiding van artikel 2 constateren. Het ontwerp der akte voor deze nadere overeenkomst wordt door dc geldgeefster opgemaakt en aan de geldneemster ter ondertekening aangeboden. - Artikel -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 607