sen,dat de verleende bijdrage niet zal worden uitgekeerd en hij verbindt daaraan op het slot de mededeling,dat hij zijn eenmaal gedane toezegging gestand zal doen. Wat dat betreft kan worden opgemerkt,dat het duidelijk is,dat na de blokkade door Uw Raad van het besluit van de Sortraad deze uiteraard nog slechts de beschikking heeft over gemeentelijke gelden onder voorwaarde,dat hij geen gelden uitkeert voor het oetro.Js.en doel.Het staat een orgaan altijd vrij aan een eenmaal overgedragen recht voorwaarden te verbinden.Ziet de Sportraad kans uit de gelden die hij uit andere hoof de onder zich heeft zijn besluit uit te voeren,dan kan niets hem dat beletten.Doch in dit verband kan worden medegedeeld,dat de Secretaris der gemeente op 26 Maart j.l. cerhalve daags nadat de Sportraad besloten had het besluit toch uit te voeren de penningmeester van de Sportraad uitdrukkelijk heeft medegedeeld,dat naar zijn mening e haad niet zou aarzelen de leden van de Sportraad persoonlijk aansprakelijk te stel en indien de uitkering uit gemeentelijke gelden gebeurde, welke mededeling' de penning- niets ter aan alle leden zou doorgeven. Het komt ondoenlijk voor op de verdere details van het schrijven in te gaan.De persoonlijke geraaktheid,die daaruit spreekt,maakt debat vruchteloos.Als excuus zouuen wij willen aanvoeren,dat er nu eenmaal een bepaalde langdurige praotijk en op voeding nodig is in de publiekrechtelijke sfeer wil men in publieke zaken het persoon lijke van het zakelijke kunnen onderscheiden. Het lijkt het beste af te wachten,wat de Sportraad doet.Wij stellen U voor,om als dit orgaan niet vóór de 1ste Mei blijk geeft het op prijs te stellen deze aangelegen heid zakelijk te willen bezien en zijn verontschuldiging voor de persoonlijke kren- -in. en,waarvan zijn schrijven overvloeit,alsdan niet heeft angeboden,ons te machti- gen de gelden die de Sportraad nog van vorige jaren uit de gemeentekas onder zich heeft terug te nemen en de samenwerking derhalve te verbreken.Voor het geval de situa tie zich aldus mocht ontwikkelen,lijkt het juist ten einde de opri. hting van de ge- nm-n elijj.ee sportstichting niet te doen stagneren Uw besluit van 11 October 1951 houdende de oprichtingsartikelen dezer stichting te wijzigen als volgt: art.5 lid 4, toegevoegd wordt de zin: "Bij ontstentenis van een van gemeentewege erkende sportraad,worden de bestuursleden allen van de zijde der gemeente voorgedra- -.rt.8 de ./oorden De Sportraad": worden gelezen: "de door de gemeente erkende Sportraad" Hc,t zou ons spijten indien de situatie bij de gemeentelijke sportstichting aldus mocht worden,dat daarin geen samenwerking met de Sportraad mogelijk zou zijn.Het is e aad «en feit,dat ons college zich daarvan veel had voorgesteld en dat door de nwerkingtreding van de Sportstichting de Sportraad - ook finantieel - veel aan oetekems zou hebben gewonnen. Burgemeester en Wethouders van Bred a.™ J .•"■.htijs pmü.burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 615