b^Sgèn ■55?
no.180
11 April 1952
V/6680
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verho-^
ging van de tarieven voor levering van electrici-
teit aan kleinverbruikers met inbegrip van de
vastrechtbedragen en meterhuren,benevens wijziging
der stroomleveringsovereenkomst van de P.N.E.M.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Het hierna volgende voorstel behandelen wij apart van dat,vervat onder bijlage 1952
no. 172,enerzijds omdat de oorzaken die tot dit voorstel nopen geheel andere zijn en
anderzijds ter vereenvoudiging van de noodzakelijke uiteenzettingen.
Gealarmeerd door de zeer grote stijging- van het electriciteitsverbruik in de laatste
jaren waardoor grote investeringen voor de opvoering van de productiecapaciteit van elec-
triciteit nodig zijn,gepaard gaande met het gebrek aan voldoende kapitaal daarvoor,
heeft de regering zich genoopt gezien haar tot nu toe gevoerde politiek ten aanzien van
de electriciteitsvoorziening,te wijzigen.In een nota van de minister van Economische
Zaken aan de leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaai is deze wijziging in beleid
uitvoerig gemotiveerd.
Wij kunnen deze nota hier niet uitvoerig behandelen en hebben haar daarom op de
leeskamer ter lezing gelegd.
Voor de gemeenten van direct belang is, dat als een eer oorzaken van de verbruikstoe-
name wordt aangewezen de tot nu toe gevoerde tarievenpolitiek!prijsbeheersing)de na
oorlogse stijgin:. der electriciteitsprijzen is niet alleen verre ten achter gebleven
bij de algemene stijging van de kosten van levensonderhoud maar ook bij de stijging van
ie prijzen van de overige energiebronnen als kolen en olie.
Hieraan is de conclusie verbonden dat een verdere stijging van het verbruik slechts
kan worden afgeremd door wijziging in de tariefpolitiek gebaseerd op bedrijfs-economisch
gezonde basiswaardoor dan tevens een gedeelte van het nodige kapitaal voor uitbreidin
gen zal worden verkregen.
De regering wenst derhalve dat de electriciteitsbedrijven hun tarieven herzien,
zodanig dat deze naar uit bedrijfseconomisch oogpunt gezonde beginselen worden bepaald.
Daartoe zullen de afschrijvingen moeten worden gecalculeerd op basis van vervangings
waarde en zal de rente van het geïnvesteerde kapitaal moeten worden berekend naar J5
Een en ander heeft een prijsverhoging ten gevolge waartoe de mogelijkheid is geschapen
door opheffing van de prijsheheersing voor het grootverbruik en wijziging van de des
betreffende bepalingen voor het kleinverbruik. Om sociale redenen zijn voor het klein
verbruik bepaalde begrenzingen gesteld, -waarover hierna meer- zodat het beginsel van
de bedrijfseconomische juiste prijs niet geheel vrij kan worden gehanteerd.
De uit de prijsverhoging resulterende extra inkomsten moeten worden aangewend
voor zelffinanciering.
'^0 4-'52 No, 139