l&ó
GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER'GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1952
no
23 April 1952.
1/3163
Voorstel van Bur emeester en Wethouders tot wij
ziging van art.3 van de Bebouwingsverordening
Baronielaan.
In de thans vigerende bebouwingsverordening voor de Baronielaan,vastgesteld door
de Raad der gemeente Breda d.d. 6 November 1536 en goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant bij besluit van 20 Januari 1937,G.no.378,nadien gewijzigd,
komt onder art.3 de bepaling voor,dat in de voortuinen niet anders mogen worden
aangebracht dan heesters of struikgewas,zijnde het verboden in deze voortuinen
opg-ande bomen, koepels, reclameborden of andere getimmerten van welae aard ook
te plaatsen.De strekking van de bepaling is voornamelijk te voorkomen,dat beplan
ting of anderszins in de voortuin het vrije uitzicht van de buren op de straat
zou belemmeren.
In de practijk blijkt echter de betrokken bepaling niet te voldoen,aangezien
ook heesters en struikgewas zodanig kunnen opschieten,dat het uitzicht op de weg
belemmerd wordt.De bepaling zou derhalve in die zin gewijzigd moeten worden,dat in
het algemeen hoogopgaande beplanting niet toe-gelaten is.Daarbij zou echter ter
voorkoming van onnodige hardheid bij de toepassing van de bepaling een algemene
ontheffingsbepaling geconstrueerd moeten worden.
Wij mogen Uw vergadering dan ook voorstellen tot wijziging van art.3 van de
Bebouwingsverordening Baronielaan overeenkomstig bijgaand concept-besluit.De be
staande verordening; leggen wij in de leeskamer voor U ter inzage.
Burgemeester en wethouders van Breda.
Ja. ei js
jwnd.burgemeester.
Van Woensel
secretaris
4'52 No. 1 39