GEMEENTE BREDA Bijlagen 1952 no. 200 7 Mei 1952 V/7268/7270/7272 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het opdragen van de beslechting van een geschil met een drietal aannemers aan de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op 11 April 1950 werden voor rekening dezer gemeente aanbesteed de navolgende woning complexen,gesticht met toepassing van de "Beschikking verminderde bijdragen Woningwet- bouw 1950": a.118 eengezins- en 42 tagewoningen volgens bestek gemeente Breda no.13,dienstjaar 1950 b. 84 étagewoningen volgens besték no.192 van Ir.F.P.J.Feutz te Heerlen. Van de onder a.genoemde woningen worden gegund: 1. aan de Firma A.Zeebregts te Tilburg 40 eengezinswoningen voor de som van f.289.950.- bij schrijven van 17 Juni 1950; 2, aan de aannemer J.Lodewikus te Raamsdonk 42 étagewoningen voor de som van f.302.500.- bij schrijven van 13 Juni 1950, terwijl de onder b. genoemde 84 etagewonin, en bij schrijven van 17 Juni 1950 werden opgedragen aan het Bouwbedrijf P.K.van Eykelenburg te Amersfoort/Rosmalen voor de som van f.638.000.-. In de aangehaalde bestekken zijn van toepassing verklaard de Algemene Besteksbepa lingen voor de Uitvoering van Bouwwerken,vastgesteld door de Directie voer de Wederop bouw en de Bouwnijverheid op 18 Mei 1945, bij afkorting genoemd de A.B.. Echter werd in overleg met de- Provinciale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuis vesting doelbewust niet, van toepassing verklaard de ten tijde der aanbesteding vigeren- j -1 de, verrekening van regeling voor het risico "der aannemers m verband met loon- en matemaalprijsstij- ingen,zijnde de "Beschikking Risicoberekening 1948", Deze regeling is ingaande 1 Januari 1949 speciaal voor de woningbouw in de plaats getreden van de Risicoregeling W.B.,welke op gelijke datum als de bovengenoemde A.B. •'is vastgesteld. Het niet van toepas, ing verklaren van een met name genoemde risicoregeling is welover wogen geschied om elke verrekening uit dien hoofde uit te sluiten.Het name zijn de bijdragen voor deze (stunt) woningen onafhankelijk van de bouwkosten toegekend en zou verhoging van deze kosten volledig ten laste der gemeente komen. De aannemers waren hiermede volledig bekend bij het aanvaarden van de opdrachten, waartoe zij overigens niet beslist meer gehouden waren omdat de gunningsterraijn reeds was verstreken. Desondanks hebben zij na voltooiing van de bouw, voor de eerste maal bij gezamenlijk schrijven van 3 April 1951, verzocht toch nog tot risicoverrekening te willen over gaan, zulks op grond van de abnormale prijsstijgingen der bouwmaterialen in het tweede halfjaar van 1950. - Ofschoon - lNo.2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 709