;EMEENTE BREDA
DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1952
no208
7 Mei 1952
V/5768
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot Let
verstre .ken van een voorschot op de er .oentelijke
vergoeding,bedoeld in art.lOlbis, 4e lid van de
Lager-Onderwijswet 1920,voor het jaar 1952 aan
het bestuur van de R.K.U.L.C.school Oranjeboom-
straat 1,alhier.
Uw Raad heeft in zijn vergaderingen d.d. 13 Februari ,12 Maart en 29 April 1952
besloten tot het verstrekken van voorschotten voor hot jaar 1952 op de gemeentelijke
vergoeding,bedoeld in art.lOlbis,4e lid, van de Lager-Onderwijswet 1920, aan de be
sturen van enige bijzondere scholen voor u.l.o. en v.gl.o.
Van het Instituut voor Meisjes te 0udenbosc; is nog een voorschotaanvrage voor
het jaar 1952 ontvangen voor de onder dit bestuur staande R.h.meisjes-u.l.o.school
Oranjeboomstraat 1,alhier.De aanvrage,welke voorzien is van het advies van de inspec
teur van het lager-onderwijs,ligt ter visie in de leeskamer.
Voorheen is U reeds medegedeeld,dot de gemeente,indien zij geen enkele openbare
school voor v.g.l.o. of u.l.o. instandhoudt,krachtens het bepaalde in art.lOlbis,
4e lid,van de lager-onderwijswet 1920,aan de besturen van de in deze gemeente gevestig
de gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen vergoedt van de aan die scholen
verbonden vakonderwijzers.Daarbij dient te worden nagegaan of de kosten zonder nood
zaak zijn genuakt of hoger zijn dan noodzakelijk is.
Op de onderhavige vergoeding kan op verzoek van een schoolbestuur een voorschot
worden verleend.Blijkens de terzake geldende jurisprudentie bestaat daartoe alleen
aanleiding,indien te verwachten is,dat de te maken kosten niet zonder noodzaak zullen
worden gemaakt en niet hoger zullen zijn dan noodzakelijk is.Daarbij gaat het om de
vragen of het in dienst nemen van de vakleerkracht(en) noodzakelijk was:, of het getal
opgedragen lessen niet te hoog is en of de bezoldiging niet uit,- nat boven die,welke
deze leerkrachten zouden genieten indien zij in dienst van deze gemeente waren.Omtrent
de eerste twee factoren kan de inspecteur van het lager-onderwijs adviseren,terwijl
de derde factor (bezoldiging) dient te worden vetoetst aan de gemeentelij: e salaris
regeling voor de vakleerkrachten.
Blijkens zijn advies is de inspecteur van mening,dat in het onderhavige geval
de aanstelling van de vakleerkracht niet zonder noodzaak is geschied en dat het aantal
opgedragen lesuren niet te hoog is.
Wij mogen U mitsdien adviseren gunstig te beschikken op het voorliggende vorzoek
en over te gaan tot het toekennen van een voorschot ad f.268.-,hetwelk is berekend
op basis van de gemeentelijke salarisverordening voor de vakleerkrachten,terwijl reke
ning is gehouden met het bepaalde in het Toelagebesluit 195l(l0,25;ó en 5A toelage).
Om practische redenen menen wij de niet verhaalbare pensioensbijdrage en de overige
- uitgaven
'b-'52 No. 139