EMEENTE BREDA
no. 237
1/3439
■AN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1932
4 Juni 1952
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
intrekking van de Bebouwingsverordening Ginneken-
w eg.
Bij besluit van de Burgemeester van Breda» waarnemende de taak van de Raad der ge
meente Breda d.d. 24 April 1942, goedgekeurd door de Commissaris der Provincie Noord-
Brabant waarna, nnde de taak van Gedeputeerde Staten,bij besluit van 27 kei 1942,G.no.
446,werd vast esteld een verordening, als bedoeld in art.43 der Woningwet,inzake het
gebruik en de bestemming van gronden en .gebouwen aan de Ginnekenweg. Blijkens de stuk
ken werd de verordening destijds vastgesteld met de bedoeling het cachet van de straat
te beschermen.Door deze verordening werd vrij diep ingegrepen in de gebruiksrechten van j
de eigenaren der aangrenzende gronden en gebouwen.Te meer is dit thans voelbaar,nu de
stabilisatie van dit stadsdeel steeds minder beantwoordt aan de feitelijke ontwikkeling
van deze strast.Wijziging van de verordening was dan ook reeds enige malen noodzakelijk.
De Ginnekenweg is in het stadsstramien namelijk steeds meer geschikt voor winkel
straat en de vestiging van zakenpanden.Het belang van deze weg als verkeersader neemt
steels toe en door de toevoeging van het stadsdeel Ginneken verlegt het zakencentrum
van de stad zich geleidelijk aan in deze richting.het zou dan ook van weinig begrip
voor de realiteit-getuigen,indien men desondanks zich 1 an do bestaande verordening bleef
vastklampen en - met weinig kans op succes - een natuurlijke groei van een stadsdeel
zou trachten te stuiten.
Wij zien dan ook als enige consequentie,die aan de omschreven ontwikkeling ver
bonden is, de ontwikkeling van de Ginnekenweg geheel vrij te laten en derhalve do be
staande verordening in te trekken.
Wij mogen Uwe Raad dan ook voorstellen hiertoe te besluiten overeenkomstig bij
gaand -