van dienst. hoofdstuk iii. de kerncommissie. Artikel 20. Het in de vergadering behandelae wordt zakelijk weergegeven in de notulen, welke zo spoedig mogelijk in afschrift aan de leden en aan Burgemeester en Wethouders worden toegezonden. Ontbinding en opheffing. Artikel 21. 1. Indien Burgemeester en Yfethoudersgehoord de commiseie van overleg, van oordeel zijn, dat de samenstelling van een medezeggenschapscommissie uit een oogpunt van doelmatige vertegenwoordiging van het personeel onbevredigend is, cf dat de medezeggenschaps commissie de belangen van de tak van dienst als werkgemeensohap niet of niet genoeg zaam behartigt, kunnen zij de commissie ontbinden. Binnen drie maanden na de ontbinding vindt een nieuwe verkiezing plaats van leden en plaatsvervangende leden. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de commissie van overleg, de medezeggen schapscommissie opheffen. par. 2 de medezeggenschapscommissie voor meer takken Artikel 22. Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de commissie van overleg, voor 2 of meer takken van dienst gezamenlijk een medezeggenschapscommissie instellen. Artikel 23. 1. Burgemeester en Wethouders wijzen als voorzitter aan het hoofd van een der takken van dienst, waarvoor de medezeggenschapscommissie is ingesteld. 2. Burgemeester en Wethouders wijzen in een door hen te bepalen rangorde als plaats vervangend voorzitter aan één of meer hoofden van de overige takken van dienst. 3. De hoofden van een tak van dienst, die niet als voorzitter optreden, wenen de ver gaderingen der commissie bij. 4. Hun oordeel treedt voor de toepassing van de artikelen 11 t/m 13 telkens in de plaats van dat van de voorzitter, wanneer onderwerpen aan de orde zijn, die uit sluitend tot hun bevoegdheid behoren. 5. Ten aanzien van onderwerpen, die twee of meer takken van dienst gezamenlijk betref fen, wordt voor de toepassing van de artikelen 11 en 13, tweede lid, de overeenstem ming vereist tussen de hoofden van deze takken van dienst en de leden der commissie. Artikel 24. Overigens zijn ten aanzien van een medezeggenschapscommissie als in art. 22 bedoeld, de bepalingen van par. 1 van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat hetgeen in die paragraaf ten aanzien van één tak van dienst is bepaald, geldt voor de takken van dienst gezamenlijk. Artikel 25. Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de commissie van overleg, voor één of meer onderdelen van een tak van dienst een kerncommissie instellen. 2. Indien voor een tak van dienst een medezeggenschapscommissie is ingesteld, kan deze commissie aan Burgemeester en Wethouders voorstellen een besluit als bedoeld in het eerste lid te nemen. Artikel 26. De artikelen 3 t/m 8 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstandedat -in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 881