Bij volgnr. 32 der agenda -5- te Isly wonende. Zij kwamen een halve eeuw daarna in het bezit van Boerhaave, die ze in het Latijn en Nederlands uitgaf onder de titel "Bijbel der Nature, door Jan Swammer- dam, Amsterdammer enz." 2 dln. 1737). Bit werk is een van de belangrijkste die op het gebied van de zoötomie zijn verschenen. Verder schreef Swammerdam nog een paar Latijn se werken: een over het hart (1675) en een over het ademhalen en het gebruik der longen (l738). In 1880 werd op voorstel van Dr C.E. Daniels de sterfdag van Swammerdam plechtig gevierd. Onder andere werd op zijn graf in de Waalse kerk en in de gevel van zijn voor malige woning een gedenksteen met opschrift geplaatst; verder werd besloten om de 10 jaar een gouden medaille toe te wijzen aan degene, die zich door onderzoekingen op het arbeidsveld van Swammerdam het meest verdienstelijk had gemaakt. Zij werd voor de eerste maal in 1881 toegekend aan Karl Theodor von Siebold te München. HEIJDEN, Jan van der, een Hollands schilder van stadsgezichten, landschappen en stil levens, werd geboren te Gorinchem in 1637 en overleed te Amsterdam 28 September 1712. Hij kwam reeds vroeg naar Amsterdam, maar maakte verscheidene buitenlandse reizen, ge lijk zijn buitenlandse stadsgezichten o.a. het gezicht op de Jezuietenkerk te Diissol- dorp, thans in het Mauritshuis bewaard) getuigen. Hij schilderde echter slechts onge veer een dozijn jaren en legde zich daarna bijna uitsluitend toe op technische vindin gen: verbetering der straatverlichting, verbetering der kachels en eindelijk zijn meest bekende uitvinding, nl, die der slangbrandspuiten. In 1672 werd hij hoofdbrandmeester van Amsterdam. Hij richtte een brandspuitenfabriek op en schreef een boek over zijn uit vinding, dat in 1690 werd uitgegeven en tot titel heeft "Beschrijving der Slang Brand Spuiten en haare wijze van Brand blussen teegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijn de." De schilderijen van VAN DER HEIJDEN behoren tot de beste werken der Hollandse school uit de tweede helft der 17e eeuw. Hij werkte zeer uitvoerig, maar is nooit peuterig en veel van zijn stukken maken een sterke indruk door hun krachtige levenswaarheid.Hij was de laatste der grote 17e eeuwse meesters van ons land. Adriaen van de Velde schilderde soms de figuren in zijn schilderijen. V/erken van Van der Heijden vindt men hier te lande o.a. in het Rijksmuseum te Amsterdam, het Mauritshuis te 's Gravenhage en het Museum Boymans te Rotterdam. SNELLIUS, Willebrorduseen Nederlands wis- en natuurkundige, geboren te Leiden in 1591, zou in de rechtsgeleerdheid studeren, maar gevoelde zich meer aangetrokken tot de wis kunde. Reeds op zijn 17e jaar beproefde hij een der verloren werken van Apollonius Pergaeus: "De sectione determinata" te herstellen en gaf zijn nasporingen ander de titel Apollonius Batavus 1601uit. In 1610 hield hij voorlezingen over de "Algamest" van Ptolemaeus en deed een reis naar Duitsland, waar hij kennis maakte met Tycho Brahe en Kepler. Voorts bezocht hij Frankrijk en Zwitserland en werd in 1613 buitengewoon en 2 jaar later gewoon hoogleraar te Leiden. Hij heeft grote roem verworven door de naar k. genoemde wet van straalbreking, nl. door de invoering van de driehoeksmeting bij gr1 metingen, een methode, die nog altijd wordt toegepast. In een zijner werken, na zijn dood door Hortensius uitgegeven, wordt het eerst de supplementdriehoek vermeld, en z-^-u geschrift over de zeevaart, getiteld: "Tiphys Batavus" bevat belangrijke opmerkingen over de loxodpomische lijn. Intussen was hij niet vrij van bijgeloof, zoals blijkt uit zijn "Descriptio cometae anni 1618" (1619). Hij overleed 30 October 1626. Van zijn overige geschriften vermelden wij: "De re nummaria" (1613), "Cyclometricus seu de circuli dimensions" (l62l) en "De cursu navium et re navali" (l624). HUYGENS, Christiaan (1629 - 1695), Nederlands wis, natuur- en sterrenkundige. Verrichtte onderzoekingen betreffende de physische slinger, waarbij hij het begrip van het traag heidsmoment naar voren bracht. Vond het slingeruurweiken het uurwerk met onrust-regule ring uit, legde de grondslag voor de golftheorie van het licht. Principe van Huygens: elk punt van een golffront kan opgevat worden als het middelpunt van een nieuw elementair- golven-systeem. De uit alle elementairgolven ontstaande golf is identiek met de zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 185