GEMEENTE BREDA Bij volgnr. 47 der agenda De Raad der gemeente Breda; Gelezen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders van 7 Januari 1953» no. i/lll en 4 Februari 1953 no. 1/1571 Gelet op de artikelen 171 en 228 der gemeentewet; Gehoord de Bouwcommissie; heeft besloten: I. aan Th.A. van Oosterum, wonende te Breda, Teteringenstraat 24, in erfpacht uit te geven een terrein, gelegen tussen de Baronielaan en de inark, groot plus minus 2.81.35 ha, zoals met rode kleur aangegeven op de bij dit besluit behorende teke ning no. VIII Z1 zulks onder de navolgende voorwaarden: 53.002 Artikel 1. De grond met de zich daarop bevindende houten keet wordt in erfpacht uitgegeven in de staat, waarin hij zich bevindt op de datum van het verlijden van de nota riële akte, waarbij het erfpachtsrecht wordt gevestigd, met alle heersende en lijdende erfdienstbaarheden en verdere lasten en lusten daaraan verbonden, zonder dat de gemeente tot enige vrijwaring gehouden is. Artikel 2. Alle kosten en rechten verbonden aan de vestiging van het erfpachtsrecht, de daar toe te verrichten kadastrale opmeting en de overschrijving van het recht in de re registers zijn voor rekening van de erfpachter. Artikel 3. De erfpachter kiest met betrekking tot het erfpachtsrecht domicilie ten kantore van notaris Drion of diens opvolger. Artikel 4. Het erfpachtsrecht wordt, behoudens het bepaalde in artikel 16, gevestigd voor een tijdvak van 40 jaren, ingaande 1 Februari 1953 en aldus eindigende 1 Februari 1993. Artikel 5. 1. De grond wordt in erfpacht uitgegeven ten behoeve van de aanleg en ex loitatie van sportgelegenheden in de ruimste zin des woords en mag voor geen ander dool worden gebruikt. 2. De erfpachter is verplicht te zorgen: a. -dat binnen een termijn van een jaar gerekend vanaf 1 Februari 1553 °P hot in erfpacht uitgegeven terrein tenminste 6 tennisbanen net de daarvoor nodigc en aan redelijke eisen voldoende accomodatie aangelegd en in exploitatie zullen zijn gebracht; b. dat binnen 5 jaar, gerekend vanaf 1 Februari 1953 het gehele in erfpacht uit gegeven terrein als sportterrein in exploitatie zal zijn gebracht; c. dat naar gelang de aanleg en het in exploitatie brengen van het terrein vor o, de accomodatie zal worden aangepast aan de daardoor ontstane behoefte. Of o. accomodatie aan de bestaande behoefte is aangepast en a an redelijke eisen v du- doet, staat uitsluitend ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders. 3. De kosten van aanleg van de leidingen, welke nodig zijn om het sportterrein, v i gas, water en electriciteit te voorzien, komen geheel voor rekening van de erf pachter'.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 221