GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1954
Nr. 383
4 Augustus 1954
Y/13810
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Prae-advies van "burgemeester en wethouders op een verzoek
van het bestuur der vereniging "Gods Koninkrijk Kome" om
medewerking te mogen ontvangen voor de stichting van een
u.l.o.-school in de omgeving van de Loopschansstraat.
Het bestuur van de vereniging "Gods Koninkrijk Kome" verzoekt in bijgaande aanvrage
op grond van het bepaalde in artikel 72 der lager onderwijswet 1920 Uw medewerking te
mogen ontvangen voor de stichting van een u.l.o.-school in de omgeving van de Loopschans
straat.
Voor de stichting van een u.l.o.-school in deze gemeente wordt door de lager onder
wijswet 1920 overlegging vereist van:
a. een verklaring waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door tenminste 48
leerlingen;
b. een verklaring waarbij het bestuur zich verbindt om een bedrag, gelijkstaande met
15/o der stichtingskosten, in de gemeentekas te storten;
c. een opgave van het aantal leerlingen voor wie het gebouw ruimte moet bieden, het
maximum aantal leerlingen dat per lokaal zal worden toegelaten en het aantal lokalen-
dat het gebouw zal bevatten:
d. een verklaring waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aangesloten bij een groep bij
zondere scholen, welke een commissie van beroep hebben ingesteld.
De overgelegde stukken voldoen alle aan de door de wet gestelde eisen.
De ouder-verklaring (a) bevat de namen van 213 leerlingen, die de te bouwen school
zullen gaan bezoeken. Hiervan dienen te worden afgevoerd:
6 leerlingen wegens het ontbreken van de handtekening van de vader of verzorger;
19 leerling-en, omdat op bedoelde verklaring de handtekening van de moeder voorkomt
en niet blijkt, of zij de bewilliging van haar echtgenoot heeft of weduwe is.
Van de resterende 188 leerlingen bezoekt een gedeelte de bestaande u.l.o.-school,
als gevolg waarvan deze leerlingen in principe niet op de ouderverklaring mogen worden
vermeld, tenzij gewichtige omstandigheden tot de schoolstichting aanleiding geven.
Aangezien het gedeelte van het gebouw aan de Nieuwstraat 31» waarin de bestaande
u.l.o.-school is ondergebracht, in een zeer slechte toestand verkeert en reeds jaren
geleden door de bouwkundig-hoofdinspecteur voor het onderwijs ongeschikt is verklaard,
kunnen hier gewichtige ons tandigheden aanwezig worden geacht, die tot deze schoolstich
ting aanleiding geven, en dient deze nieuwbouw te worden gezien als de verplaatsing
van de bestaande u.l.o.-school aan de Nieuwstraat naar een terrein in een andere
stadswijk.
Blijkens zijn uitgebracht advies kan de inspecteur van het lager onderwijs zich
eveneens met de aanvrage verenigen.
In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen de aanvrage in
te willigen, waartoe een ontwerp-besluit ter vaststelling hierbij gaat.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmaan
burgemeester.