Bijlagen 1954,
No. 415
7 Augustus 1954
1/10757.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar
stelling van een crediet voor uitbreiding van de school-
artsendienst.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Het gemeentelijk geneeskundig schooltoezicht strekt zich, zoals Uw College bekend
zal zijn, momenteel slechts uit tot de leerlingen van de lagere- en kleuterscholen. Al
de betrokken scholen hebben zich hierbij aangesloten.
De leerlingen van de ulo-, middelbare en nijverheidsscholen profiteren dus thans
nog niet van de belangrijke preventieve zorg, welke een geneeskundig schooltoezicht
geeft.
Bij een onderzoek naar de mogelijkheden om de voorzieningen in de sector volksge
zondheid in deze gemeente nog te verbeteren is ons college tot de overtuiging gekomen,
dat een uitbreiding van het toezicht wel zo zeer in het belang der leerlingen is, dat
het moet worden bevorderd. Ook van rijkswege wordt een ruimere ontwikkeling van het
geneeskundig schooltoezicht meer en meer in de hand gewerkt, zich uitend onder meer
in een uitbreiding van de gesubsidieerde schoolartsendiensten en in het verlenen van
een bijdrage van ƒ1.- per leerling van de scholen voor middelbaar- en nijverheids
onderwijs, welke zich bij de schoolartsendienst aansluiten.
Aangezien bij het inschakelen van de schoolartsendienst voor de rijpere jeugd
diverse vragen onder het oog moesten worden gezien die buiten het eigenlijke terrein
der geneeskundige zorg lagen, is deze aangelegenheid voorgelegd aan en besproken in
een commissie die werd voorgezeten door de wethouder van onderwijs en waarin enige
personen zitting hadden die uit hoofde van hun functie, hun ervaring en kennis in de
sector volksgezondheid en mede door hun relaties met allerhande geïnteresseerde groepe
ringen, geacht konden worden te weten wat leeft in en vrat de wezenlijke belangen zijn
van het particuliere initiatief in deze sector.
De in deze commissie gehouden besprekingen leidden algemeen tot de conclusie - of
schoon daarbij niet werd voorbijgezien dat het particulier initiatief in de sector
volksgezondheid sterk is ontwikkeld en nog sterk in ontwikkeling is - dat er alle aan
leiding is om tot uitbreiding van de gemeentelijke schoolartsendienst over te gaan op
grond van het belang van de leerlingen en omdat deze dienst voor het beoogde doel,
uit oogpunten van beheer, activiteit, doelmatigheid, efficiency e.d. momenteel het
meest aan de doelstelling zal kunnen beantwoorden. Wel achtte men het raadzaam de
mogelijkheid open te houden, dat de schoolgeneeskundige dienst vanwege haar raakvlakken
met het levensbeschouwelijk terrein, te zijner tijd van de gemeente kan overgaan naar
het particulier initiatief.
Nu ook van de zijde van meerdere M.O.- en N.O.- scholen om aansluiting bij de ge
meentelijke schoolartsendienst is gevraagd en deze dienst bovendien reeds nu al, ten-