GEMEENTE BREDA
Volgnummer 31 der agenda
Bijlagen 1954
!ïr. 416
4 Augustus 1954
V/11982.
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
verzoek van A. v.d. Werf om tussenkomst te verlenen
tot verhaal van een gedeelte der kosten voor het le
digen van een beerput.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Naar aanleiding van het hierbij overgelegde adres van A. van der Werf, kan het
volgende worden medegedeeld:
Artikel 17, alinea 1 van de verordening op de heffing van rechten voor diensten van
de afdeling Reiniging en Ontsmetting van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf bepaalt:
"De rechten zijn verschuldigd door degene, op wiens verzoek de diensten worden ver
richt
Door deze bepaling bestaat klaarheid omtrent de aansprakelijkheid voor de betaling
der rechten voor bewezen diensten, een klaarheid die noodzakelijk is.
Daar door van der Werf het verzoek tot het ledigen van de beerput is ingediend,
is hij dus terecht voor het verschuldigde recht aangeslagen.
Zijn bovenbuuiman v.d. Maagdenberg wil echter niet dragen in deze kosten, hoewel
hij daartoe volgens het huurcontract verplicht is. Het gaat hier dus over het al of niet
nakomen van de bepalingen van de huurovereenkomst, hetgeen aan het oordeel van de bur
gerlijke rechter moet worden overgelaten. Uw Raad is in deze niet competent tot het
nemen van een beslissing.
Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen adressant in bovenbedoelde geest te
antwoorden.
Burgemeester en Wethouders van Breda
G. Kortmann
burgemeester
Van Woensel
secretaris.