eerder dan twee maanden of later dan drie maan den na de dag, waarop het versoek om ontslag is ingekomen. In het onder b. in het vorige lid bedoelde geval kan het ontslag niet eervol worden verleend. 3. Een leidster of hoofdleidster, die de pensioen gerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt op die grond ontslagen. Zodanig ontslag geschiedt door Burgemeester en Wethouders met ingang van de eerste dag der maand, volgende op die, waarin de gestelde leeftijd is bereikt. De gemeenteraad kan een zodanig ontslag op voordracht van Burge meester en Wethouders voor een door hem te bepa len termijn opschorten. 4. Een leidster of hoofdleidster, die in het huwe lijk treedt, wordt op die grond ontslagen. Zoda nig ontslag geschiedt door Burgemeester en Wet houders met ingang van de dag, volgende op die van het huwelijk. Artikel 6 De jaarwedden van het personeel der openbare scholen voor voorbereidend lager onderwijs worden bij een afzonderlijke verordening geregeld. Artikel 7 Voor het personeel der openbare scholen voor voorbereidend lager onderwijs is - voor zover moge lijk - van toepassing het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1954, Stbl.268 ("Verlofbesluit lager onder wijs"), zoals dat besluit nadien is of zal 'worden gewijzigd. Artikel 8 1Ten aanzien van het personeel in vaste dienst is van overeenkomstige toepassing de "Verordening tot regeling van de toekenning van wachtgeld aan de ambtenaren van de gemeente Breda" (gem.bind 1951 nr 1204). 2. Voor het personeel in tijdelijke dienst is van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1185