Artikel 6
1De periodieke verhogingen der jaarwedden, bedoeld in artikel 2,
worden toegekend met ingang van de eerste dag der maand, waarin
de diensttijd is volbracht.
2. Indien een jeugdaftrek als bedoeld in artikel 4, 1e lid is toege
past gaat de eerstvolgende verhoging in met ingang van de eerste
dag der maand, waarin de hogere leeftijd wordt bereikt.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd een periodieke verhoging
of een verhoging als bedoeld in het voorgaande lid niet toe te
kennen indien een leidster of hoofdleidster, die voor een verho
ging in aanmerking komt, geen voldoende blijken van geschiktheid,
ijver of toewijding mocht hebben gegeven. Van het niet toekennen
der verhoging wordt aan de belanghebbende mededeling gedaan.
4. Aan de leidster of hoofdleidster die wegens het behalen van een
akte van bekwaamheid als bedoeld in artikel 2, sub 2, of wegens
het bereiken van de 21-jarige leeftijd aanspraak heeft op een ho
gere jaarwedde, wordt de verhoging toegekend met ingang van de
eerste dag der maand waarin de akte is behaald of de 21 - jarige
leeftijd is bereikt.
Artikel 7
Voor het personeel der openbare scholen voor voorbereidend la
ger onderwijs worden de rijksvoorschriften ter zake van toekenning
van toelagen,tegemoetkomingen en gratificaties aan het onderwijzend
personeel bij het lager onderwijs voor zover mogelijk overeenkomstig
toegepast.
Artikel 8
De aan de openbare scholen voor voorbereidend lager onderwijs
op arbeidsovereenkomst in dienst zijnde leerkrachten, worden met in
gang van de datum van de inwerkingtreding dezer verordening in vaste
dienst benoemd tot leidster en zij die belast zijn met de leiding van
de school tot hoofdleidster.
t Artikel 9
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Salaris
verordening kleuterleidsters 1954".
Artikel 10
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1
Januari 1954.
Aldus vastgesteld door de Raad der Gemeente Breda in zijn open
bare vergadering van