GEMEENTE BREDA
Nr. 48
Volgnr. 6 der agenda
Bijlagen 1 954
1/16033
10 Februari 1954
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een schrijve
van Br J. de Roy inzake een aanschrijving tot verbetering
van de woning Van Coothplein.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de vergadering van Uw College d.d. 13 Januari j.l. werd om prae-advies in onze
handen gesteld een brief van Dr de Roy te Bilthoven, ten deze handelende als gemachtig
de van W.K.F. de Roy, Nunspeetlaan 232, 's Gravenhage.
Bij deze brief komt de heer de Roy in beroep bij Uw College terzake een aan W.K.F. d
Roy gezonden aanschrijving op grond van de artikelen 119, 109 en 69B der Woningwet d.d.
30 Juni/2 Juli 1953.
Deze aanschrijving was aan de heer W.K.F. de Roy gezonden in zijn qualiteit van
eigenaar van de woning van Coothplein 54. Aan deze -woning kleefden diverse gebreken,
welke in de aanschrijving waren opgesomd. De eigenaar werd gewaarschuwd om binnen 8 da
gen na dagtekening van de aanschrijving de daarin vermelde gebreken te herstellen, daar
dit anders van gemeentewege zou geschieden.
Aan de waarschuwing werd geen gevolg gegeven, zodat de herstellingen op last van het;
gemeentebestuur zijn yerricht.
De termijn binnen welke belanghebbende in beroep kan gaan bij Uw College bedraagt
volgens artikel 4, 3e üd der bouwverordening één maand na de dagtekening der aanschrijf
ving.
Eerst op 27 October 1953 is het eerste beroepschrift ingekomen, zodat deze termijn
ruimschoots verstreken was.
Dc heer J. de Roy zegt hierin, dat de heer W.K.F. de Roy de aanschrijving d.d. 30
Juni/2 Juli 1953 niet ontvangen heeft, welke bewering herhaald wordt in zijn brief d.d.
7 December 1953.
Deze aanschrijving is echter bij aangetekende dienstbrief verzonden. Het strookje vej
de Posterijen is in ons bezit.
In verband met het vorenstaande stellen wij Uw College voor de heer J. de Roy als
gemachtigde van W.K.F. de Roy in zijn beroep niet ontvankelijk te verklaren.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann
burgemeester.
Van Woensel
secretaris.
