Volgno. 4 der agenda.
-2-
gebied heeft aan deze reserve geen behoefte meer. Weliswaar hebben Gedeputeerde
Staten bezwaar gemaakt tegen de begrotingswijziging, waarbij over 1953 50.000,
uit de winst van het Waterleidingbedrijf aan genoemde reserve wordt toegevoegd,
doch o.i. kan worden aangevoerd, dat uitkering van de gehele winst aan de
algemene dienst onjuist zou zijn, omdat deze winst een incidenteel karakter
heeft en grotendeels als schijnwinst" moet worden gezien als gevolg van het
feit, dat vele onderhoudswerkene nachterstand vertonen door tijd- en personeels
gebrek.
Gezien het vorenstaande mogen wij U adviseren niet op dit voorstel van
Gedeputeerde Staten in te gaan en onze argumenten terzake over te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
G„Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.