GEMEENTE BREDA Vo1 1 der agenda Bijlagen 1954 no544 10 November 1954 V/19778 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het definitief vaststellen van de vergoeding,be doeld in artikel 101 bis der lager onderwijswet 1920 over het jaar 1952. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Krachtens het bepaalde in artikel 101bis, 4e lid der lager onderwijswet 1920 vergoedt de gemeente, indien zij geen openbare scholen voor v.g.l.o. en u.l.o. in stand houdt, aan de besturen van gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen van aan die scholen verbonden vakonderwijzers, tenzij Uw Raad van oord.eel is, dat de kosten zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. In dat geval wordt de vergoeding geheel of gedeeltelijk afgewezen. Op grond van het bepaalde in het 5e lid van genoemd artikel zijn door Uw Raad aan de in het concept-besluit genoemde schoolbesturen voorschotten verleend, aan gezien er blijkens de in 1952 door de inspecteur van het lager onderwijs uitgebrach te adviezen, geen reden was om aan te nemen, dat de ko ten buiten noodzaak wer den gemaakt en/of dat het getal aan de vakleerkrachten opgedragen lesuren te hoog was. De vakleerkrachten zijn bezoldigd overeenkomstig de normen vastgesteld in de door Uw Raad vastgestelde bezoldigingsregeling. De op de vergoedingen betrekking hebbende salariskwitanties zijn door ons onder zocht en accoord bevonden, weshalve wij U voorstellen over te gaan tot het definitief vaststellen van de vergoedingen, bedoeld in artikel 101 bis van de lager onderwijs wet 1920 ten behoeve van de op bijgaand concept-besluit vermelde scholen.*) De afrekeningen van de overige schoolbesturen zullen U eerst ter vaststelling kunnen worden voorgelegd, nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt. Burgemeester en Wethouders van Breda, G. Kortmann burgemeester. Ligt ter visie in de leeskamer Van Woensel secretaris. RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1473