GEMEENTE BREDA 'ol8E 3 d r gena Bijlagen 1954 Nr. 577 10 November 1954 Vl/19596. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een schrijven van Gedeputeerde Staten betreffende uitkering van 6% van de bezoldiging over het vierde kwartaal 1954 aan de secretarissen, ont vangers en ambtenaren van de burgerlijke stand. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Van Gedeputeerde Staten dezer provincie is een schrijven ontvangen d.d. 3 Novem ber 1954 waarbij deze mededelen, dat zij voornemens zijn voor de secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeenten een gelijke voor ziening te treffen als ten aanzien van het burgerlijk rijkspersoneel in voorbereiding is. Hieromtrent heeft de Minister van Binnenlandse Zaken ons college nadere medede lingen gedaan in zijn rondschrijven van 13 October 1954, nr. 20376 inzake uitke ring van 6% van de bezoldiging over het vierde kwartaal. Ingevolge de artikelen UI, 114 en 183 van de Gemeentewet worden de jaarwedden van de secretaris, de ontvanger en de ambtenaar van de burgerlijke stand door Gede puteerde Staten, nadat Uw College is gehoord, onder goedkeuring van de Kroon bepaald. Naar onze mening is er geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wij hebben de eer U voor te stellen bovenbedoeld schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de leeskamer R No2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1563