-25-
Hoofdstuk VIII 16
Algemene Beschouwingen
In antwoord op de beschouwingen zowel in het begin als onder Hoofdstuk VIII 16
van het Centraal Rapport over het beleid in de culturele sector gevoerd, merken wi.j
op, dat het inderdaad juist is, dat een min of meer volledig programma met concrete
punten aan U tot nu toe niet werd overgelegd. De omvang der materie, historische ge
groeide situaties, een grondig onderzoek naar de eigenlijke aard der problemen, ver
hinderden in het tijdsbestek van één jaar te komen tot een afgerond programma, dat
bovendien op redelijke termijn realiseerbaar en wel afgewogen zou moeten zijn tegen
over de belangen in andere sectoren. Desondanks mogen wij Uw College verzekeren, dat
bij voortduring is gewerkt ter bevordering van het culturele peil. Het is niet mogelijk
hierover nu reeds volledig mededelingen te doen, daar verscheidene zaken nog in een
stadium van voorbereiding en onderzoek zijn en voortijdige mededelingen hierover ver
keerde effecten kunnen hebben. In het algemeen zij medegedeeld, dat daarbij allereerst
wordt gestreefd naar het verkrijgen van een juist inzicht in de aard en omvang van de
vraagstukken, de knelpunten, welke er in deze sector talrijke blijken te zijn. Van
daar dan ook mede onze voorstellen tor het verrichten van een onderzoek naar de situa
tie waarin de jeugd van Breda verkeert (bijlagen 1954, no. Ill) en ons voorstel om
een crediet van f 15.000.- om in 1954/55 de culturele sector te kannen activeren.(bij-
lagen 1954, no. 517). Deze voorstellen, welke naar onze verwachting no3dzakelijke en
belangrijke gegevens zullen opleveren, zullen ongetwijfeld worden gevolgd door con
crete voorstellen. Intussen hopen wij U op korte termijn reeds een voorstel te kunnen
doen, dat ook in cultureel opzicht van zeer grote betekenis zal zijn. In afwachting
van deze concrete voorstellen zijn de posten op de begroting 1955 op de oude voet ge
raamd. Mede op grond van het bovenstaande komt het ons college enigszins voorbarig
voor thans reeds plannen tot wijziging van de status van de Culturele Werkgemeenschap
Breda tot ontwikkeling te brengen. Het lijkt ons vooralsnog belangrijker, om op het
brede vlak der culturele sector een meer volledig inzicht te verkrijgen in de belem
meringen, welke de ontplooiing van het particuliere initiatief verhinderden,dan het
experiment van een nog voorbarige oplossing te gaan beproeven.
De situatie van de bestaande schouwburg, de behoefte aan een kleinere schouw
burg, aan een goede concertzaal, aan een tentoonstellingszaal en aan wijkgebouwen
voor de gehele bevolking der nieuwe woonwijken - vraagstukken, welke in het Centraal
Rapport van urgent belang worden genoemd - hebben alle onze aandacht.
Mededelingen kunnen wij hierover thans niet doen. Er zal naar worden gestreefd,
dat over enige hiervan U binnen het jaar voorstellen bereiken.
Kunstzinnige decoratieve aankleding van parken, plantsoenen en bruggen ligt in
derdaad in ons voornemen, zoals ook reeds wel mocht blijken uit een voorstel, dat U
onlangs bereikte. Hierbij zal echter niet overhaast te werk worden gegaan.
Eerst in de loop van de zomer 1954 is een definitieve rekening omtrent de finan
ciële resultaten van de stadsfeesten in 1952 mogelijk geworden, omdat toen een - ge
deeltelijk gunstige - beschikking werd ontvangen van de Tariefcommissie op een ver
zoek door het Stichtingsbestuur om teruggave van omzetbelasting. Daarna werd de ge
meente-accountant opdracht gegeven de eindafrekening te willen opstellen en het finan
cieel beheer te willen controleren. Zijn rapport is'-thans ontvangen. Omtrent de Acade
miefeesten van 1955 kan worden medegedeeld, dat zij geen verlies hebben opgeleverd,
zij het dat dit gelukkige resultaat is verkregen doordat het Stichtingsbestuur een
recetteverzekering heeft kunnen sluiten, waardoor het tekort, dat ontstond door de
bouw van de muziekschelp en de kinderspeeltuin kon worden geneutraliseerd.