Voor de algemene beschouwingen omtrent culturele ontspanning mede in verband met het vreemdelingenverkeer mogen wij U verwijzen naar hetgeen wordt medegedeeld bij hoofdstuk VIII 16. Het vraagstuk van de parkeerruimten heeft onze volle aandacht. Door de aanleg van de ring om de oude binnenstad ondergaat de parkeergelegenheid in de binnenstad een belangrijke verbetering. Na de reconstructie van de Markendaalseweg en de Oude Vest is langs en nabij deze wegen een ruime parkeergelegenheid aanwezig. Hierbij is de parkeerplaats van de Gasthuisvelden niet inbegrepen. Deze is bedoeld voor bijzon dere gelegenheden, wanneer zeer velen parkeergelegenheid voor langere duur zoeken. Tevens is deze ruimte bijzonder geschikt voor het parkeren van autobussen. Hier is geen sprake van een afleidingsmanoeuvre. Zoals reeds bij de nota van aanbieding werd medegedeeld, zal een nader overzicht van de financiële toestand worden gegeven, zodra de algemene uitkering en de belas tinguitkering uit het gemeentefonds definitief vaststaan. Thans is omtrent enze aan vrage voor een verhoging van de algemene uixkering uit het gemeentefonds over 1953 en 1954 nog niets bekend, zodat het inderdaad weinig zin heeft om bespiegelingen te houden rond deze sluitpost. Wij menen dat het overbodig is bij de gemeentebegroting in herhaling te treden ten aanzien van onze visie op de verschillende gemeentelijke vraagstukken, waarover met Uw Raad reeds contact heeft bestaan bij de behandeling van onze voorstellen aan U. Ten opzichte van het geven van een visie op vraagstukken waaromtrent wij ons nog geen voldoende cordoel hebben kunnen vormen, moeten wij voorzichtig zijn mede van wege de sterke dynamiek der tegenwoordige maatschappij. Overigens is onze stelregel, dat zodra omtrent bepaalde vraagstukken onze mening is gevormd wij ten spoedigste de desbetreffende /oorstellen aan U doen.. Bij het behandelen van het toekomstig beleid is een zekere vaagheid nooit te ontgaan. Wij geven er de voorkeur aan met U van gedachten te wisselen over onze con crete voorstellen, Dit wil echter' geenszins zeggen, dat ons college niet met genoe gen omtrent het uit de oegroting met toelichting on nota van aanbieding naar voren tredende beleid of ten aanzien van de in Uw Centraal Rapport aangeroerde punten met Uw Raad van gedachten zou willen wisselen. In verband met de gestelde vraag ten aanzien van de plannen voor grote werken en de volgorde van urgentie delen wij U mede, dat in de leeskamer een investerings plan 1954/1955 ter jnzage is gelegd, waarbij wij er op wijzen, dat het bepalen van een volgorde van urgentie niet veel betekenis heeft, omdat de vraag of bepaalde werken kunnen worden uitgevoerd te zeer van diverse omstandigheden afhankelijk is, waardoor een bepaalde volgorde in de praktijk toch nooit kan worden opgevolgd. Het onderzoek, ingesteld bij andere gemeenten, ten aanzien van een raadscom missie voor de financiën heeft onze overtuiging bevestigd, dat een dergelijke com missie alhier niet nodig voorkomt, omdat de werkzaamheden dezer commissie groten deels dezelfde zijn als hier door andere commissies worden verricht, met name docr de subsidiecommissie, de bouwcommissie, de hypotheekcommissie, de commissies voor de bedrijven en de commissie ad hoe voor onderzoek van de gemeenterekening. Evenmin komt ons een raadscommissie, tot taak hebbende mede te werken aan het vaststellen van richtlijnen op het stuk van de werkgelegenheidsverruiming in het algemeen en de industrialisatie in hot bijzonder, nodig voor. Elec tricixeitsbedrijf. BATEN Post 1 De kwestie van de hoogte der electriciteitstarievcn heeft, zoals Uw Raad bekend, de voortdurende aandacht van ons college. Gedurende de afgelopen jaren hebben Uw Raad diverse voorstellen bereikt tot wijziging der tarieven, waarbij een verhoging zo lang mogelijk is uitgesteld en daarbij nog tot het allernoodzakelijkste is beperkt. Daarnaast is, zodra verlaging der tarieven mogelijk was, hiertoe direct overgegaan. Met betrekking tot de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor industriële grootverbruikers zij opgemerkt, dat hierbij in het algemeen wordt uitgegaan van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1637