-23- stratiefzeer omslachtige reductiebepalingen, op de kortst mogelijke termijn vrijwel geheel ingehaald. De aanslagen over het schoolgeldjaar 1952/53 zijn momenteel in bewerking en een gedeelte daarvan is reeds uitgereikt. Over het per 31 Augustus j.l. afgelopen school geldjaar 1953/54 kunnen eerst aanslagen worden verzonden nadat de betalingstermijnen voor het voorafgaande heffingsjaar zijn verstreken. Uitgaven Volgno. 382 Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord. Het Sportfondsenbad is door de thans deelnemende scholen en klassen feitelijk reeds overbezet. Hoofdstuk VIII 4 Volgno. 269 en 273 De raming voor "memorie" op deze posten komt niet noodzakelijk meer voor, zodat de toelichting geheel kan vervallen. Hoofdstuk VIII 7 Volgno305b Zoals uit de toelichting op de begroting 1954 blijkt, zou de opbrengst in ver band met het terugbrengen van de vermenigvuldigingsfactor van 2 op 1 kunnen worden geraamd op 90.000.-, doch rekening houdende met de gezinsreducties werd slechts 60.000.- geraamd. Op het in de rekeningskolom vermelde bedrag van ruim 107.000.- werden nog geen gezinsreducties to'egepast, omdat deze opbrengst betreft kohieren over jaren, dat de gezinsreductie nog niet gold, zodat het verschil met de feitelijke ra ming van 90.000.- niet zo groot is. Volgno. 494 Dat het rentepercentage van de gestorte waarborg®» "administratief zeer lastig te berekenen zou zijn", wordt niet ingezien. Het is integendeel vrij eenvoudig vast te stellen. Indien bedoeld wordt, dat dit percentage veelal een getal oplevert met 4 of 5 decimalen en dan voor verdere berekeningen niet gemakkelijk hanteerbaar is, kan met de gemaakte opmerking worden ingestemd. De vaststelling van het hier bedoelde rentepercentage berust op een wettelijke bepaling. Ingevolge artikel 79 sub 5 der l.o.-wet bedraagt de rente voor gestorte waarborgsommen een zodanig percentage als de drie ten honderd rentegevende Nationale Schuld op de eerste beursdag van het jaar in hetwelk de waarborgsom is gestort voor de verkrijger afwierp, vermeerderd met een half ten honderd. Aangezien de koers van de 3/- N.W.A. van jaar tot jaar verschillend is, geeft ook het hierop gebaseerde rentepercentage voor de waarborgsommen ieder jaar een an dere uitkomst, zodat de gestelde vraag, waaraan het onderlinge verschil in de te be talen rente ligt, in bovenstaande haar beantwoording vindt en de vraag, of hier geen uniformiteit kan worden betracht, ontkennend moet worden beantwoord. Hoofdstuk VIII 11 Ui tgaven Volgno. 572 De voorgestelde vergoeding voor het bijzonder kleuteronderwijs van f 60.- per

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1679